Pagina's

Rubrieken

Archief

Diversen

Sinds ik uit de periferie van Austin en San Antonio ben, wordt het westwaarts steeds rustiger. Elke dag komt de grens met Mexico wat dichterbij en dat is te merken. De Duitse namen langs de weg, Wagner, Schwab, Hagelstein (‘Hegelstien’), maken plaats voor Spaanse, Alvarez, Mendoza, Rodriguez. In cafés hoor ik voornamelijk Spaans, op een hoger geluidsniveau. De dorpjes die ik doorrijd zijn klein.

 

Sisterdale vierde in 1997 haar 150-jarig bestaan. In 1952 had het 21 inwoners, nu 11. Ik vroeg of die tien soms weggetrokken waren. No, they just died. Het antwoord kwam van Mary Ann Fehlersen, achterkleinkind van een lutherse dominee uit de buurt van Stuttgart. Bovendien zie ik steeds vaker auto’s van de borderpatrol. Ze blijven een tijdje achter me hangen of staan een stuk voor me uit in de berm om zich (denk ik) te verstaan met de controleposten die ik eerder gepasseerd ben of ga passeren.   

Even een kleine balans. Ik heb na acht dagen fietsen 880 km afgelegd. Mijn tocht wordt verzwaard door hitte en hellingen. De middaguren zijn te heet om te fietsen en ik zoek de schaduw op aan picknicktafels onder bomen waarin kolibri’s hoge snerpende geluidjes maken. Soms moet ik lopend mijn fiets een helling opduwen (klunen met de fiets), terwijl de man met de hamer grijnst uit de berm. Een vrouw vroeg uit haar pick-up Are you all right? Need anything?.

 

Molenaar

In Blanco, enkele dagen eerder, vroeg een man Don’t you have a gun?! Fietsen is het gevaarlijkst in het hoofd van mensen die niet fietsen. Van hem hoorde ik dat deze plaats samen met Johnson City in de race was geweest voor de county seat, de hoofdplaats. De tweede, genoemd naar naar een voorvader van Lyndon B. Johnson, werd het. Ik heb nog gevraagd of LBJ ooit een molen heeft gehad. Rare vraag. Ik vertelde dat in Amsterdam demonstranten tegen de oorlog in Vietnam het de politie moeilijk maakten met  het scanderen van ‘Johnson molenaar’ in plaats van ‘moordenaar’. Nee, Johnson had geen molen. Zijn vrouw heeft wél iets landelijks gedaan. Bloemen moesten de highways in Texas verfraaien. De bloeiende struiken in de middenbermen zijn de hand van Lady Bird Johnson.

 

Lindberg

Er is nog meer geschiedenis. Ik kwam in Camp Wood. Daar landde in 1924, drie jaar voor zijn beroemde solovlucht, Charles Lindberg, doordat hij zich op zijn vlucht naar Californië op de verkeerde rivier en spoorlijn had georiënteerd. Toen hij het dorp weer uit wilde vliegen, raakte een vleugel een telegraafpaal en het vliegtuigje boorde zich in de verfafdeling van een gereedschapswinkel. De eigenaar heeft later de historische woorden gesproken: The advertising value of the accident was much more than the destruction.

In Brackettville kon ik overnachten in de voormalige barack van de cavalerie. Fort Clark moest ca. 1860 de westgrens beschermen en de indianen temmen. In het museum staat een groot paneel van lange planken met daarop de herder Christus met zijn schapen. De schildering is gemaakt in 1944 door Sebastian Kantner, een krijgsgevangene van Rommels beroemde Afrikakorps. Ik denk dat Kantner het schilderij maakte om de tijd te doden, maar vermoed dat de Amerikanen er de inkeer in zagen van een Wehrmachtsoldaat.

 

Fax

Dit stuk heb ik geschreven in Comstock. Mijn hotelletje had geen faxapparaat, maar vanwegde de deadline van de krant verkeerde ik in faxnood. Op mijn avondwandelingetje zag ik wel door de ramen een fax staan in het bureau van de border patrol. De volgende morgen daar mijn benauwde situatie verklaard. Ik wilde graag voor de favour betalen. De agent aan de balie wilde het eerst even aan zijn boss vragen. Uit diens kamer klonk een uiterst geïrriteerde stem op en zo kwam het antwoord eerder dan de boodschap. De agent hield zijn gezicht in de plooi en meldde dat het apparaat state property was en derhalve niet voor privégebruik beschikbaar. Het was 06.00 uur…

De hele dag fietste ik met die fax in mijn hoofd. In Langtry geen fax, in Dryden geen fax. Eindelijk wel in het hotel in Sanderson. Een dubbele verzuchting, want ik had er 155 km op zitten.

Toch bracht deze dag iets waar ik vele keren vergeefs naar had gezocht. Zittend op een muurtje bij een picknickplaats langs de weg, zag ik een kluitje spinsel in een voeg. Met mijn zakmes peuterde ik wat los en jawel, een glimmend zwart bolletje ter grootte van een erwt met achtpoten: een black widow! Om er helemaal zeker van te zijn probeerde ik haar te kantelen, maar madame (een dame doet dat niet) wilde haar buik niet laten zien. Mijn gehannes werd ten slotte beloond: ik zag de karakteristieke rode vlek in de vorm van een zandloper.

 

Comstock, Texas, VS, 1 augustus 1999

 

Tags:

Nog geen commentaren »

Nog geen commentaren.

RSS feed voor commentaren op dit bericht. TrackBack URL

Geef commentaar

Je moet aangelogd zijn om commentaar te plaatsen.