Pagina's

Rubrieken

Archief

Diversen

Na ons vertrek uit Kanchaburi was er maar één richting van belang: het zuiden. Thailand wordt op het schierleiland steeds smaller en op een moment zagen we rechts van ons de bergen van Birma. We kwamen door de badplaatsen Cha Ma en Hua Hin en die badplaatsen lijken mij overal in de wereld zo’n beetje het zelfde. Het aantal Westerlingen is er doorgaans groot. Het is ons natuurlijk opgevallen dat er nogal wat oudere mannen (vaak Duitsers) hier permanent wonen met een Thaise vrouw. Soms erg jong. In restaurants waren we in de gelegenheid een en ander te observeren. Aan een tafel zaten drie Frans sprekende mannen met ieder naast zich een Thaise. De heren waren in een levendig gesprek verwikkeld en al gauw zag je de verveling op de gezichten van de dames verschijnen die blijkbaar onderling weinig gemeens hadden. Gelukkig bracht hun mobiele telefoon uitkomst.
Langs de kust hebben we binnenwegen gevolgd en dus reed je door de clichees van het land: weg, palmen, strand en zee. De palmen wuifden wel, maar erg blauw was de zee niet. De drukte van Cha Ma en Hua Hin is er niet. Je kunt er bijna letterlijk een strand voor je zelf hebben, zoals de reisbrochures graag laten zien. Maar mensen kruipen graag bij elkaar en tja aan zo’n verafgelegen strand valt weinig te beleven.

063_63
In een van de strandhuisjes dacht ik toch nog maar eens de route-afstanden te controleren. Die waren wat meer (enige honderden kilometers) dan ik in gedachten had. We zouden moeten opschieten om niet in tijdnood te geraken. Mijn reisgenote had geen zin om alleen maar over  hoofdwegen te fietsen. Dat geraas maakte haar gek. Dus kozen we binnenwegen. Een compromis dus. Die wegen zijn in de regel langer. Op de kaart zien ze er recht uit, maar in werkelijkheid kronkelen ze, soms zelfs in tegenover gestelde richting. Bovendien vallen er hellingen te beklimmen. Een van die binnenwegen bracht ons naar Phunphin. Een paar kilometer ervoor lazen we op een groot bord “Hollandia Coffee”. Het grote huis ernaast opgetrokken in lichtgele baksteen met zijn twee schoorstenen oogde als een Goois landhuis. Er stond een groen Zaans huisje naast.

074_74

Hier moest een Nederlander wonen. En jawel:de Noordhollandse Johan Doodeman woonde er met zijn Thaise vrouw Nok en ze exploiteerden er een restaurant. We maakten kennis met Johan die aan het klussen was en even later kwam zijn vrouw al met koele flesjes water naar buiten. We kwamen al gauw bij onze dreigende tijdnood. Waarom nemen jullie niet de trein van Surat Thani verder naar het zuiden? Nok, de vrouw van Johan (ze hadden elkaar in Nederland leren kennen) ging bellen en even naar het station voor nadere informatie. We besloten met de trein een stuk verder te gaan. Met Johan op zoek naar een hotel in de buurt. Wat we zes kilometer vonden bleek van een type te zijn dat veel in Thailand voorkomt. Galerijen met overdekte pakeerplaatsen met daarachter kamertjes. Voor weinig geld voor een uur of een nacht kan elke man met een vrouw daar anoniem de business doen. Dat we dat nog niet wisten?! zei Johan. Nee, zo’n afwerkhotel was helemaal nieuw voor ons.
Uiteraard hebben we ’s avonds bij Johan gegeten en konden we zien hoe Nok haar rol als gastvrouwe vervult. Johan is een echte doe-het- zelver. Het huis heeft hij zelf gebouwd. De Zaanse huisjes op zijn terrein verrijzen ook uit zijn eigen handen. Aan de andere kant: hij kan zo alle ingredienten opsommen die hij gebruikt bij de bereiding van zijn sauzen. Over Nederland is hij niet erg positief. De redenen waarom hij het land de rug heeft toe gekeerd zijn uiteenlopend en dat zal er wel mee te maken hebben. Zijn vouw Nok heeft mangement gestudeerd en we geloven dat zij ook haar Johan op een goede en passende manier weet te managen.
Zij was zo vriendelijk om in haar Thaise schrift de reisgegevens op te schrijven die we op het station konden laten zien. De man achter het loket lachte instemmend toe hij het briefje had gelezen. We werden verder verwezen naar de vrachtafdeling en alles liep op rolletjes.

079_79
De rolletjes van de trein waren trager. Er was een vertraging van 50 minuten. Vanwege de vele vracht op het perron die ook naar Hat Yia moest, dachten we dat er een goederenwagon bij de trein ou zijn, zodat we de bagage op de fiets kon blijven. Dat was niet het geval en op het allerlaatste moment moesten inderhaast onze bagage en de fietsen in de trein gepropt worden. Toen de trein vertrok brak er ondanks de herrie een dag van rusten aan. We zaten op houten banken, konden uit raam hangen en door de trein lopen. Het landschap was weinig wisselend. Meestal zagen we rijstvelden, palmplantages, dorre akkers. Het bergland bracht wat afwisseling. De machinist deed zijn best de verloren tijd in te halen. Er waren haltes die slechtse een bushuisje hadden.

081_81

 

085_85

De trein stopte en trok de volgende seconde alweer op. Aangekomen in Hat Yia kregen we alle hulp om de bagage en de fietsen weer uit de trein te halen. Met deze treinreis hadden we zeker twee dagen gewonnen.
Georgetown, Malaysia, 31 maart 2015

Tags:

Nog geen commentaren »

Nog geen commentaren.

RSS feed voor commentaren op dit bericht. TrackBack URL

Geef commentaar

Je moet aangelogd zijn om commentaar te plaatsen.