Pagina's

Rubrieken

Archief

Diversen

Een week niet fietsen! Het lijkt wel een vakantie in een vakantie. We hebben vijf dagen door de bergen van Laos getrapt. Een kleine 400 km. Berg op, berg af. Hellingen die je ruim twee uur doen zweten en je daarna belonen met een verkoelende afdaling. “Jullie zullen wel helemaal alleen zijn daar” denkt de empathische lezer. Dat valt wel mee. Er zijn tot hoog in de bergen allerlei dorpjes langs de weg waarin de kinderen “sabaidee” ons toeroepen en hun handje uitsteken om van ons een klapje te krijgen. Er stond een knulletje in zijn blote kont zo enthousiast naar ons te zwaaien dat zijn piemeltje meezwaaide. Het is wel oppassen in die dorpen. Niet alleen kleine kinderen op de weg, maar ook kippen, eenden, biggen, honden, geiten. Goede remmen zijn gewenst.
Door de bergen naar Luang Prabang
Zaterdag blijkt hier in de bergen algemene baddag. Bij de dorpspomp krijgen de kinderen een beurt en de vrouwen soppen zich ook goed in, waarbij ze een soort badkleding aanhouden. Hoe ze wastechnisch het hele lijf schoonmaken heb ik nog niet begrepen. Het liefst zou ik even stoppen met de vraag “Hoe doen jullie dat eigenlijk?”, maar onze talen maken dat onmogelijk en op onzedelijke vragen zitten ze ook niet te wachten. Minder zedelijk belastend is de vraag of er een soort ongeschreven regel bestaat voor de badtijden voor mannen en vrouwen. Voor de huizen zelf worden haren geknipt en zitten moeder hun kinderen te vlooien zoals we dat van de apen kennen. Deze vergelijking betreft alleen het vlooien. Dit voor de politiek correct denkende lezer.
Schoolmeisjes in Laos
Nog in een ander opzicht zijn we beslist niet alleen. Tussen Vientiane en LPB hebben we 17 andere lange afstand-fietsers ontmoet. Duitsers, Canadezen, Amerikanen en ook vier Nederlanders.  Gisteren nog een echtpaar uit Krimpen a/d IJssel. Ze waren die ochtend uit LPB vertrokken en wij wisten wat ze die dag voor de kiezen zouden krijgen. Het zou 15 km omhoog, 15 km naar beneden en weer 21 km omhoog zijn. Moet je dat vertellen? Ze hadden die ochtend al een klim achter de rug van 5 km met hele stukken kapot gereden asfalt. Gevraagd of ze dat geklim en gedaal wilden weten. Ja, toch wel. Er zit wel een zekere geruststelling in. De lengte van een klim weten maakt hem afzienbaar en mogelijk af te tellen. Je weet immers waar je aan toe bent en het behoedt je voor het zelfbedrog dat na elke bocht de afdaling wel zal beginnen. In de bergen ben je vaak slachtoffer van je eigen illusies.
De andere twee Nederlanders waren eenlingen. De eerste met een Achterhoeks accent was van Nederland op weg naar Australie en leed aan een Santos-trauma. Zijn fiets, merk Santos, had allerlei in zijn ogen gebreken en tekortkomingen en hij voelde zich door de Santos-producent/leverancier in Nederland niet serieus genomen. De tweede Nederlander was ook door Centraal-Azie getrokken en had die Santos-klachten bij herhaling aangehoord. Zo hoor je onderweg nog eens wat!
Aan de rand van LPB spraken we nog met een Duitser uit Munchen die een Japanner in zijn kielzog had die hij de dag tevoren had ontmoet. Die Japanner kwam uit het inmiddels beruchte Fukushima. Hij had een boerderij gehad en trok nu de wijden wereld in. Had hij geen gezondheidsproblemen na de ramp? Wel, tien dagen later had hij vreselijk moeten braken, besmet als hij was door radioactiviteit. Nog een medische check-up gehad? Nee, dat had hij niet nodig gevonden. Kun je radioactiviteit van je affietsen? Hij had geen kaarten en keek met belangstelling naar de onze en kwam met de vraag hoe je naar Frankrijk kon fietsen. Hij wilde eerst nog naar Bangkok. Tsja… Ik dacht aan China en Kirgizie, maar verder kwam ik niet.
Hier in LPB hebben we een alleraardigst guesthouse aan de Nam Khnan-rivier die een paar kilometer verderop uitmondt in de Mekong. Bij die samenvloeiing ligt het oude stadsdeel dat door de Unesco tot Werelderfgoed is uitgeroepen. Dat legt de stad geen windeieren. Toerisme is hier de grootste inkomstenbron. Behalve van Westerlingen wemelt het hier van Chinezen. Ze komen blijkens de kentekenplaten uit verschillende provincies en laten met hun auto’s zien dat ze zich meer kunnen veroorloven dan de gemiddelde Laotiaan.
We gaan hier in LPB een weekje uitrusten en rondkijken. De spieren hebben na al dat geklim wel wat ontspanning nodig. Dat uitrusten betekent voor mij ook veel eten en wel zo dat de broekriem weer wat gevierd kan worden anders dreig ik slanker te worden dan een Laotiaan. Er is op 36 km afstand een waterval die een bezoek waard is. We kunnen er een dagtocht van maken. Aan de overkant van de Mekong schijnt het ook interessant te zijn. Je kunt hier zo met een slank schuitje oversteken.
Aan de Mekong bij Luang Prabang
Hier in ons guesthouse kletst iedereen met elkaar. Fransen, Zwitsers, Canadezen, Zweden, noem maar op. De Chinezen spreken met de manager van het guesthouse Engels, waarmee maar weer eens wordt aangetoond hoezeer die taal de lingua franca van de toerist is geworden.
Die goed Engels sprekende manager zal voor ons een busreis van LPB naar Van Vieng reserveren. De snellere minibus kunnen we niet nemen, want die neemt geen fietsen op het dak mee. Van Vang Vieng is het nog een dag fietsen door de bergen en een dag door de vlakte naar Vientiane, waar we een deel van onze bagage hebben achtergelaten. In de hoofdstad vragen we op het Thaise consulaat een 60-dagen visum aan. Als we daarna over de Vriendschapsbrug terug zijn in Thailand heb ik zeker het gevoel dat de thuisreis gaat beginnen.
Luang Prabang, Laos, 17 februari 2015
Tags:

Nog geen commentaren »

Nog geen commentaren.

RSS feed voor commentaren op dit bericht. TrackBack URL

Geef commentaar

Je moet aangelogd zijn om commentaar te plaatsen.