Pagina's

Rubrieken

Archief

Diversen

Ciclista en Patagonia (12)

Door Jan: 08/02/09

Bij aankomst in San Juan was het al donker en er stond 165 km op mijn teller. Mijn achterlicht had ik aangezet, maar ik was te moe om het voorlicht uit een van mijn tassen op te diepen. Op kruispunten was het goed uitkijken of de optrekkende bussen mij wel zagen. De meeste fietsers reden zonder licht en ik was dus even half Argentijn. Iemand was zo aardig om voor mij uit te rijden naar een hostel. Die werd geleid door een stel jonge mannen en de feminine touch ontbrak duidelijk. Meubilair, wand-versiering, alles de onpersoonlijke stijl van een vrijgezellen-studentenwoning. Ik moest nog eten. In de kathedraal aan de Plaza was net de inzegeningsdienst van een bruidspaar afgelopen en het stel liep, schreed langzaam down the aisle naar de uitgang, terwijl een man met filmcamera op zijn schouder voor hen achteruit liep om de geforceerde glimlachjes van de bruid te registreren die ze nog net op haar gezicht kon uitdrukken. Het was 22.45 uur en de avond moest nog beginnen! Om de hoek vond ik een Chinees restaurant met “tenedor libre”, bij Amerikanen bekend als “all you can eat”. Ideaal voor de fietser, want je kunt je ongegeneerd vol zitten vreten. Er waren nog maar een paar tafels bezet, maar na elven begon het vol te stromen. Hele gezinnen gingen zitten met baby’s op de arm, peuters in een wandelwagentje. Tegen middernacht liep ik terug naar mijn hostel. De meeste Argentijnse steden hebben een raster als stratenpatroon met de plaza in het midden als voornaamste oriëntatiepunt. Altijd moet je horen dat het daardoor zo makkelijk is om de weg te vinden, maar juist met een plattegrondje in mijn handen word ik gek van dat gedraai om te weten waar ik ben. En helemaal als er alcohol door d’aderen vloeit.

Na San Juan volgden dfd’s en sts’en: domme fietsdagen en saaie trapstukken. Geen hoogtepunten van een fietstocht. Mendoza met zijn prachtige bomen en parken is rijk aan schaduw. De wijngaarden in de omgeving zijn schier eindeloos.  Drie kwart van de Argentijnse wijn komt daar vandaan. Hier en daar was de wijnoogst al begonnen en tankauto’s reden mij soms voorbij en hun zoete geur was weer eens wat anders dan die weeë lucht van rottende dieren (honden!) in de berm.

Tussen grote plaatsen als San Juan, Mendoza en San Luis is het telkens even zoeken naar een overnachtingsplaats. Zo kwam ik eergisteren in La Paz waar de herbergier erg vlot was in de omgang. Bij alles wat ik vroeg was het “no problema”, maar de manier waarop hij zijn vrouw commandeerde deed iets anders vermoeden. Haar geslof en gekromde rug waren meer dan symbolisch. Zij maakte voor mij een heerlijke spaghetti bolognese, waarmee ik haar, hem duidelijk negerend, complimenteerde. Zegt die lul dat het compliment voor haar was! Als of de sloof nog imbeciel is ook. Bij vertrek bleek dat de bazige waard flink naar zich toe gerekend had. Ik zei dat het erg veel geld was. Toen hij zijn buit binnen had, liet hij zich niet meer zien, het afscheid overlatend aan zijn vrouw. Lul én gluiperd.

Nu ik weer op een hoofdweg naar Buenos Aires zit, zie ik opnieuw rode vlaggen onder de bomen. Rode linten in de takken en een rood huisje aan de stam. Het is een eer- en dankbetoon aan Gaucho Gil (1840-1878). Je zou hem de mannelijke pendant kunnen noemen van Difunta Correa (zie CEP 2). Zoals het een heilige betaamt, is er over zijn leven weinig bekend, maar wat we weten is onder een gekleurd vergrootglas gelegd. Hij komt uit de provincie Corriente en de ingrediënten zijn liefde, strijd, dood. Hij was tijdens de burgeroorlog gedeserteerd om niet zijn landgenoten te hoeven doden, leefde een tijd als een Robin Hood, werd gevangen. Voordat de beul het mes op zijn keel zette, zei Gaucho: “Als je me spaart, zal je zoon genezen”. De uiteraard ongelovige messenman deed zijn werk (bloedig en heilig gaan vaak samen), ging naar huis alwaar zijn zoon meer dood dan levend was. Pa bad in wanhoop tot Gaucho. De zoon genas als het dochtertje van Jaïrus. Hij richtte een altaar op, verhalen deden de ronde, enz., enz. Gaucho werd lieflijk verkleind tot Gauchito. Deze heilige is ongekend populair, maar de officiële kerk kijkt er met scheve ogen naar. Truckers hebben Gauchito aan hun borst gedrukt.

Buiten Mendoza op weg naar San Luis keek ik vaak even om naar de schitterende besneeuwde toppen van de Andes. Ook was ik benieuwd hoe lang ik ze zou zien. Dat was over meer dan 90 km. Tenslotte vloeiden de witte wolken en idem toppen samen. Na zonsondergang waren er na 100 km nog silhouetten te zien. De volgende dag waren de bergen definitief achter de kromming der aarde verdwenen inclusief de Aconcagua (6962 m) die dit jaar al zes slachtoffers heeft geëist. Fietsen, is dat niet gevaarlijk? Nee, bergen beklimmen!

Misschien kent u het boek “De man die zijn vrouw aanzag voor een hoed” van de Amerikaanse psychiater Oliver Sacks. Een boek voor iedereen die belangstelling heeft voor de chaos die geest heet. Nu is er ook een man die een snelweg aanzag voor een rookpluim. Die man ben ik. Het zit zo. Een paar uur voor San Luis zag ik een rookpluim, schuin naar rechts en hogerop afgevlakt door de wind. Ook nu vroeg ik me af hoe ver die wel zou zijn. Toen de weg omhoog ging naar een vage top, zag ik in de grijze wolken een nieuwe horizonlijn en daar kroop die rookpluim naar toe. Het was de weg. Er was een vals plat van 13 km naar beneden en van 20 km naar boven. Dat reliëf was alleen door de grote afstanden te herkennen. Als je de helling van de Grebbeberg over vijf kilometer uitsmeert, zie je ook niks. Door de wind was het verschil tussen dalen en klimmen nauwelijks te voelen. Bij het stijgen moest ik omkijken om de “helling” te zien. Het laagste punt was te zien aan de lichtmasten en zo was er de paradox dat wat duidelijk is uit de verte onherkenbaar is van nabij. De grote ruimten waar de fietser doorheen trekt, hebben zo hun optische eigenaardigheden.

Boven de weg zei een bord dat San Luis nog 22 km was. Na twee kilometer was het ineens 30 km. Dat is geen bedrog, maar gewoon dom. Misschien hebben we er in Nederland een excuus voor: “Ik heb op school nooit geen goed rekenen gehad en ook niet op de mavo”.

In mijn hotel hier kan ik me door Marita en Sandra laten verwennen met een aromatherapie. Morgen fiets ik door de wind met andere aromas naar Villa Mercedes en ook dat klinkt heel mooi.

Jan Postema

San Luis, provincie San Luis, Argentinië

8 februari 2009

Tags:

Nog geen commentaren »

Nog geen commentaren.

RSS feed voor commentaren op dit bericht. TrackBack URL

Geef commentaar

Je moet aangelogd zijn om commentaar te plaatsen.