Pagina's

Rubrieken

Archief

Diversen

Een mailtje uit Nederland meldde dat de lente is begonnen. En dat de merels weer zingen. Ach… Dat laatste is gevaarlijk als je zo ver van huis bent. De zang van de merel boort zulke diepere lagen aan van onze geest. Eerst ’s morgens als je voor zonsopgang wakker bent en later in het voorjaar als in de avond de merel zingt vanaf een nok van een dak in de buurt. De herinnering daaraan wakkert het verlangen naar huis te gaan zo aan…
Toen we op 28 februari Vientiane verlieten werden we ingehaald door een man op een scooter met een kind achter zich op de duozit. Hij hield ter hoogte van ons in, vroeg of we Engels spraken en of we even tijd voor hem hadden. Hij maakte een wat verwarde indruk en was duidelijk in paniek. Zijn naam was Michael Madsen en hij kwam uit Australie. Sinds enige tijd woonde hij met een Laotiaanse vriendin in Vientiane, maar tussen haar en zijn zoontje boterde het niet. Michael was al twee keer getrouwd geweest en was de vader van zeven kinderen van wie de oudste 24 jaar was. Hij had die ochtend ruzie gehad met zijn vriendin die uit wraak(?) zijn tas had meegenomen waarin naast kleding ook zijn documenten zaten, oa. het paspoort van zijn zoon. Zijn eigen paspoort had hij nog. Hij had aangifte van het incident gedaan bij de politie, maar hij vond dat die niks deed omdat ze partij koos voor de vrouw. Het was weekend en dus was de Australische ambassade gesloten. Hij kon met zijn zoontje wel de grens van Thailand over omdat hij in zijn vaders paspoort stond geregistreerd, maar Michaels plan om zo spoedig mogelijk naar Australie terug te gaan ging niet zomaar omdat het paspoort van het kind vereist was. Over de omstandigheden tasten we nog steeds in het duister. We hebben geprobeerd die enigszins te reconstrueren. Hij wilde met zijn overigens zichtbaar zieke zoon naar Thailand om bij het consulaat in Udon Thani een document voor zijn zoon te regelen. Hij zat echter op zwart zaad. Ik heb voor hem een kleine honderd US dollar gepind. Twee redenen brachten me daartoe. Zijn zieke kind en de herinnering aan de rugzak die ik op klaarlichte dag in Hanoi met al mijn documenten op straat had laten liggen. Ook ik was toen overmand door paniek. We hopen dat we hem hebben geholpen, maar tot op heden hebben we niets van hem gehoord…

127_27
Aan de grens van Thailand werd de gulhartigheid van de koning die we in Vientiane hadden gekregen door een immigratie-officier met bijna een maand geknot. Wel hebben we ruim de tijd voor we de grens met Maleisie willen passeren. Hoe dan ook, de weg naar Bangkok lag voor ons open. We hebben geprobeerd landelijker wegen te fietsen en dat is deels gelukt. We fietsten over wegen die niet op onze kaart stonden en zo nu en dan wat vragen kom je een heel eind. Uiteindelijk kwamen we toch op de Thaise A2 en A1. De eerste was hier en daar fraai. We passeerden een groot meer. Het lag in de diepte en het uitzicht was bepaald indrukwekkend. Het deed sterk denken aan het Vaettern, het grote lange meer in Zuid-Zweden waarlangs de snelweg naar Stockholm loopt.

133_33
Op die meer landelijke wegen zagen we vaak pickuptrucks met “gemaskerde” mannen en vrouwen in de laadbak. Ze werken op het land en proberen met die hoofdbedekking zich te beschermen tegen de zon. Maar met die maskerachtige bedekking zien er uit als Boko Hammers of Isis-strijders op weg naar een aanslag of een lugubere afrekening. Gelukkig zagen we geen AK 47 tussen hun knieen, dus dat stelde weer gerust.
In de stad Ayutthaya zijn we nog een dag blijven hangen. We hebben staan kijken bij het olifantenstation, vanwaar de toeristen een deinend ritje kunnen maken. Na terugkeer krijgen de dieren te eten, ze kunnen naar hartelust schijten, terwijl met een hogedrukspuit de huid wordt gereinigd.

138_38

In de namiddag zijn we nog wat wezen fietsen. Op een kaartje stond “Baan Hollanda”. Laten we daar maar eens naar toe gaan, misschien is het wel wat. En of het wat was! Naast de oorspronkelijke fundamenten van een Nederlandse VOC-factorij uit de 16e en 17e eeuw is een Hollands huis gebouwd. Een zeer historische plek dus. Je kunt er bitterballen, croquetten en stroopwafels eten. Op de bovenverdieping is een klein museum op kiene wijze ingericht. De factorij lag op een gunstige plek bij de kruising van rivieren en was vanuit zee bereikbaar.

147_47

Dat die Hollanders daar wel eens uit de band sprongen blijft niet onvermeld. In 1636 hadden dronken VOC-gasten met hun liederlijk gedrag hovelingen zwaar beledigd. De koning van Siam liet ze door de poot van een olifant (een zeer multifuctioneel dier!) tot moes vertrappen, waarna het opperhoofd van de factorij, Jeremias van Vliet, zich aan het hof in allerlei pijnlijke bochten moest wringen om de zaak weer glad te strijken. In het gastenboek stond ook nog de aantekening van een zekere Roel Praagman, dat hij een verre nazaat was van een opperhoofd dat de factorij geleid had van 1723 tot 1726.

145_45

154_54

 

149_49

 

Op onze eerste avond in Ayutthaya gebruikten we de avondmaaltijd in het restaurant van het hotel. Er stonden twee lange tafels klaar. De eerste werd bezet door Amerikanen die netjes op tijd met zijn allen aankwamen en al gauw het avondeten kregen opgediend. De andere tafel bleef lang leeg. Er verscheen een echtpaar dat aan het ene hoofdeinde ging zitten, verlegen rondkijkend hoe het nu verder moest.  Langzamerhand verschenen er ook anderen die aan dezelfde tafel plaats namen. Het was een gemeleerd gezelschap. Van Indiaas bruin tot Europees blank. Allen spraken Frans. De laatste die verscheen had een kleurig hoedje op en hij leek eerder een landarbeider die even kwam schaften. Ik kon mijn nieuwgierigheid niet bedwingen en vroeg aan iemand die kennelijk de leiding had waar het gezelschap vandaan kwam. Van Reunion. Een eiland ten oosten van Madagascar in de Indische oceaan. Omdat het nog steeds Frans grondgebied is, dus eigenlijk een stukje Europa in de verte. De reisleider was van origine Parijzenaar en had een Bretonse familienaam. Hij heeft overigens voor ons even een hotel in Bangkok gereserveerd.
De Thaise hoofdstad hebben we op de fiets op twee manieren leren kennen. Eerste door de tocht door de stad naar ons hotel. We konden wel merken dat we door ervaringen hier in andere steden enigszins gepokt en gemazeld waren. Anders was dat we in het centrum veel meer tussen de rijen auto’s moesten laveren om vooraan bij het stoplicht te komen. Met de fiets schiet je sneller op. De tweede manier was die van Co van Kessel, een inmiddels overleden Nederlander die in Bangkok een reisbureautje had opgezet om het andere Bangkok te leren kennen.

163_63

 

“To see the REAL Bangkok”. We zijn met twee andere Nederlanders, twee Belgen en twee dames van het reisbureau de hele dag op weg geweest en we kijken er met plezier op terug. Alles bij elkaar iets meer dan 20 km gefietst, maar de trein, de boot en de metro waren niet minder interessant.

178_78

Aan de noordoostzijde van de stad is een soort Venetie met een wirwar van vaarten en kanalen. Daarlangs zijn fietspaden op betonnen platen, die breed genoeg zijn om niet in het water te kukelen. Voor mij was het hoogtepunt de trein die met gebonk en geslinger over het oude spoor ging. Ramen en deuren stonden op en ik stond me vasthoudend aan stangen bij het geopenden portier. Na enige tijd vond een van de leidende Thaise dames het toch verstandig het ondeugende jongetje te zeggen dat hij maar weer op de houten banken moest gaan zitten. De twee dames kenden inmiddels vele Nederlandse woorden: fiets, lekke band, grapje, uitstappen, enz., maar ik hoorde een van hunnie ook zeggen “gaan met die banaan”. Hun Nederlands is grappig en functioneel!
Bangkok, Thailand, 11 maart 2015

 

P1010004

Tags:

Nog geen commentaren »

Nog geen commentaren.

RSS feed voor commentaren op dit bericht. TrackBack URL

Geef commentaar

Je moet aangelogd zijn om commentaar te plaatsen.