Pagina's

Rubrieken

Archief

Diversen

Ciclista en Patagonia (08)

Door Jan: 06/01/09

Mijn laatste Patagonische storm woedde aan de Straat Magelhaen en innerlijk kon ik heel stoer doen: Aeolus, draai je bolus, mij heb je er niet mee! Ik was met de bus op weg van Ushuaia (Argentinië) naar Punta Arenas (Chili). De storm zorgde er wel voor dat de veerdienst tijdelijk was gestaakt en we vier uur moesten wachten.  Wie zich even buiten de bus waagde, moest zich staande weten te houden. Dus kropen de meeste buspassagiers samen in het café. Het Europese backpackersvolkje dat wel iets meer gewend is dan het zomerhuisje in Stroe, vermaakte zich wel. Een Vlaming vertelde over zijn ervaringen in Malawi als stagiair in een psychiatrisch ziekenhuis, waar de elektroshock even populair was als een aspirientje en een Nederlands stel was op weg naar Paaseiland om vandaar verder over de Pacific te hoppen. Toen de storm luwde en de eerste pont naderde, kwam de hele zwik reizigers in beweging. In Punta Arenas was het bij aankomst middernacht (we waren om 07.00 uur vertrokken) en ik fietste op goed geluk in de buurt van de plaza op zoek naar een hotel. Het neerzetten van mijn fietstassen in de hotelkamer ervaarde ik als een verlossing. Omdat mijn vlucht naar Puerto Montt pas op nieuwjaarsdag was, kon ik Punta Arenas op mijn gemak bekijken. Mijn hotel was op de hoek van de plaza (het centraal gelegen park) tussen een kerk en het gemeentehuis. Uit mijn raam zag ik een menigte mensen met rode vlaggen voor de kerk. Er werd een wethouder ten grave gedragen. Op straat hoorde ik in de kerk een applaus opklinken dat bij het verschijnen van de kist buiten werd overgenomen. De naaste familieleden stonden naast de kist en een vrouw trok telkens een strook van een rol toiletpapier, zodat velen hun wangen konden deppen. De praktische kant van verdriet.

Op de gemeentelijke begraafplaats was ik de vorige dag al geweest. Daar lijkt het wel of ook de doden bij hun eigen volk willen liggen. Kroaten, Duitsers, Fransen, Engelsen, het kruipt allemaal bij elkaar met gebruik van hun eigen taal. Zo heet Punta Arenas op een Engels graf Sandy Point. Er was ook een Nederlandstalig graf van Martha Henkes-Boom, overleden 1916. Een stukje dode taal achter hoog opgeschoten onkruid.

Wie graag in een stad een rustige jaarwisseling wil beleven, kan ik Punta Arenas aanbevelen. Samen met een Nederlands echtpaar uit Leersum brachten we oudejaarsavond door bij een Chinees. Tegen twaalven werd het restaurant steeds leger en de tafels werden opgeruimd. Morgen was er weer een dag. Buitengekomen zagen we een lege straat. Er vlogen wat lichtbollen door de lucht en honden blaften het nieuwe jaar in. Ik liep door een verlaten stad naar mijn hotel. Stille nacht, heilige nacht.

Ergens in Punta Arenas staat een wit gebouw en onder de ramen aan de straatzijde staat met grote rode letters AQUI SE TORTURO (hier werd gemarteld). In het vliegtuig naar Puerto Montt wist het Chileense stel naast me precies te vertellen welk gebouw dat was en ze noemden de naam ervan. Politie en strijdkrachten hebben tussen 1973 en 1990 zich schuldig gemaakt aan stelselmatige martelingen. Het officiële rapport daarover is van recente datum (2004) en ik vrees dat menig uniformdrager uit die tijd de strafrechtelijke dans ontspringt, want niet weten en bevelen uitvoeren is niet alleen Duits. Pinochet is nu in de negentig en gezegend met een zwakke gezondheid,  wat ervoor zorgt dat hij zijn laatste adem niet tussen tralies door uitblaast. Mijn buurtjes in het vliegtuig wezen me ook op de nog steeds rokende vulkaan Chaiten die in mei van dit jaar tot uitbarsting kwam.

Puerto Montt ligt aan het einde van een prachtige baai en cruiseschepen gaan er voor anker om de passagiers in de stad te laten wandelen. Nieuwjaarsdag was er niet geschikt voor. Bijna alles was gesloten en vele gezinnen trokken de kleintjes verveeld aan het armpje voort. Na het gure weer op Vuurland was ik wel terug in de zomer.

Vandaag at ik bij een pompstation aan de snelweg een stuk appeltaart. Op de bon staat “porcion kuchen manzana” en dat tweede woord is geen toeval. Midden in de 19e eeuw heeft de Chileense regering bij monde van haar consul in Hamburg de Duitse regering opgeroepen emigratie naar Midden-Chili te stimuleren. Duitsers konden met hun vakkennis en vaardigheden het gebied helpen ontwikkelen. In 1846 kwamen de eerste vier schepen aan en in 1875 volgden er achttien. Ze kwamen uit Brandenburg, Hessen, Würtemberg, Silizië, Westfalen en Saksen. Ze bouwden huizen, ontgonnen land en ontwikkelden een infrastructuur. Wilhelm (Guillermo) Werkmeister bouwde een meubelfabriek, Karl (Carlos) Anwandter een brouwerij. Het waren Duitse cartografen die Zuid-Chili in kaart brachten. Af en toe houd ik mezelf voor dat deze Duitsers niets met de Nazi’s van doen hebben. Vooral toen op een richtingaanwijzer Nueva Braunau stond. In Braunau aan de Inn werd Hitler geboren. Op de zolder van het historisch museum las ik op een klein chronologisch overzicht dat Hendrick Brouwer in 1643 met de hulp van Araucanische indianen Valdivia had ingenomen in opdracht van Maurits van Nassau (de “Braziliaan”). Die Hollanders toch.

Op de Chileense A5 zie je veel voetgangers en fietsers. Dat mag. Ik zie soms gezinnen met kinderen in een wandelwagentje oversteken en over de vangrails klimmen. Kleine monumentjes in de berm voor mensen die er de dood vonden hinderen hen niet. Van de fietsers ben ik er eentje. Als ik de snelweg niet gebruik, rij ik vaak om en op ripio’s. Het verkeer is eraan gewend en anders dan in de VS is de vluchtstrook redelijke schoon. Niet overal spijkers, schroeven, moeren, glasscherven, versplinterd hout, en dergelijke. Er is minder verkeer dan in Nederland en je schiet lekker op.

Jan Postema

Temuco, IX Region La Araucania, Chili

5 januari 2009

Tags:

Nog geen commentaren »

Nog geen commentaren.

RSS feed voor commentaren op dit bericht. TrackBack URL

Geef commentaar

Je moet aangelogd zijn om commentaar te plaatsen.