Pagina's

Rubrieken

Archief

Diversen

Van Bangkok naar Shanghai (11)

Door Jan: 02/07/16

We zijn op 24 juni de tropen uitgereden. Maakt dat wat uit? Nee, in Liuzhou waren de dagen op het hoogtepunt 35 graden en dat blijft de komende week zo. Volgens de statistieken moeten de heetste dagen nog komen in juli.  Maar op de een of andere manier is het idee dat we met onze fietsjes dagelijks een stukje opkruipen in de gematigde gebieden van het noordelijk halfrond wel prettig. Ik zag de passage bij toeval op mijn kaart, waarop de kreeftskeerkring staat uitgestippeld.

P1020104

Elke dag maakt ons troepje tegen het middaguur halt bij een eetgelegenheid die mijn Chinese vriendinnen altijd eerder zien dan ik. Die wordt meestal bestierd door  vrouwen van zo rond de vijftig. Zij zijn de kapitein op hun schip. Hun keuken is schoon en op orde. Alle potten en pannen hebben hun plaats, de rijst staat klaar in de stoompan en de eetstokjes steken hygiënisch verpakt in bakjes op de tafels. We wijzen de ingrediënten aan die we wensen en de gasvlam ruist al gauw gezellig onder de wok. Ze horen tot het type vrouwen, die alles in de gaten hebben, verschillende maaltijden tegelijk maken, goed kunnen luisteren, aan een half woord genoeg hebben en ondanks de drukte op een leuke en onderhoudende manier met hun gasten omgaan. Vervelende kerels hoeven niet bij ze aan te komen.  Het zijn ook vrouwen bij wie buitenlanders weinig moeite hebben om duidelijk te maken wat ze wensen. Voor deze vrouwen heb ik bewondering. Een foto van zo’n vrouw met haar dochter.

P1020094 (Large)

We zijn in Liuzhou een dag blijven hangen en hebben een  bezoek gebracht aan een park waar veel Chinezen zich vertreden. Daar maakte ik voor het eerst kennis met een Wind en Regen-brug. Een overdekte brug die typisch schijnt te zijn voor de Dong-cultuur. Deze “covered bridges” kennen wij vooral uit de VS, al was het maar door de film The bridges of Madison County met Meryl Streep en Clint Eastwood.

P1020127 (Large)

De stad telt “maar” anderhalf miljoen inwoners en is voor Chinese begrippen klein. Het belangrijkste minderheidsvolk van de provincie Guangxi zijn de Zhuangs. Als we in dorpjes pauzeren vraag ik geregeld aan mijn reisgenotes of ze de dorpelingen kunnen verstaan. Nee. Het belangrijkste criterium om de ene taal te onderscheiden van de andere is de onverstaanbaarheid. De Chinese overheid spreekt van dialecten en niet van verschillende talen. Dat is natuurlijk politiek gehannes. Er moet enige eenheid zijn in de verscheidenheid. Het Mandarijn uit het noorden rukt steeds verder op. Minderheidsvolken zijn leuk voor toerisme en folklore, maar daar moet het wel bij blijven. Toch worden de films die ik zie in het Chinees ondertiteld. De meeste films komen uit het zuiden en de taal  daar is Kantonees. Met al die karakters onder in beeld zijn de films geschikt voor heel China.

De hitte zorgt er niet alleen voor dat er zo nu en dan  een grote kakkerlak door mijn hotelkamer rent, maar ook dat we steeds vroeger vertrekken. Ik heb nu al enkele keren op de fiets de zon zien opkomen. Ook de zon zal wel vrouwelijk zijn… Die zon laat het nu twee dagen afweten, want het regent en daarmee is de temperatuur ook wat gezakt. Elk voordeel heb z’n nadeel. Gisteren aangekomen in Cheng Yang, een Dong-dorp even ten NW van Guilin. De Dongs zijn met de Zhuangs en de Miao’s een drie van de 56 minderheidsvolken die door de Chinese overheid zijn erkend. Om in dit dorp te komen moet jij bij een poort toegangsgeld betalen. Je gaat dus een volkenkundig reservaat in. Wat ze met dat geld doen, weet ik niet. Ook niet wie “ze” is, want veel blijft voor een buitenstaander onduidelijk. Eén ding is zeker: het zijn de Han-Chinezen die lakens uitdelen.

P1020198 (Large)

De verstandhouding tussen de dames en mij is nog steeds goed. We leren elkaar wat beter kennen en we weten langzamerhand wel wat we aan elkaar hebben. Omdat ik me vanwege haar kennis van het Engels het meest versta met Frances weet ik van haar het meest. Bovendien is ze, neutraal gezegd, nogal mededeelzaam. Ik noem haar voor de grap onze “tourleader”. Dat ontkent ze, maar feitelijk is het wel zo en ik laat het me met plezier aanleunen. Lekker makkelijk, za’k ma segge. Haar moeder, die ik van mijn vorige fietstocht ken, woont in Fushun, een stad in de bergen van Noordoost-China. De laatste keizer van China, die nog als jongetje door de Japanners op de troon was gezet, heeft in Fushun in een gevangenis gezeten nadat Mao de macht had overgenomen. Dochter Frances woont met haar man in Suzhou, niet ver van Shanghai. Ze wilde onder de vleugels van moeders uit. Ik wilde wel even weten of moeder enige druk op dochter had uitgeoefend om mee te gaan, want tja haar Engels was wel nodig. Nee, dat niet, maar haar  huwelijksleven in Suzhou heeft zijn beste tijd gehad en “er even helemaal uit” lokte haar wel. En dus deelt ze dagelijks de hotelkamer met haar moeder.

P1020192 (Large)

Toen we  eens even pauzeerden en stonden te wachten op de anderen, liet ze zich ontvallen  “Ik eet nu maar wat, anders begint mijn moeder weer te zeuren dat ik te dik word”. Nu heeft dochterlief wel enige neiging tot volume en een zekere onvrede met haar leven zal dat wel aanjagen, maar ik beperkte me slechts tot de kalenderwijsheid dat moeders nu eenmaal moeders blijven. Van de twee andere vrouwen weet ik minder. Anna Da Mei ken ik ook van laatste tocht. Ze is gepensioneerd lerares, heeft twee kinderen uit haar huwelijk en woont met haar man in Jinzhou, ook in het noorden in de provincie Liaoning. Ze is klein en kan opvallend goed eten. Ze trekt op met Monica, die gepensioneerd kinderarts is en wat Engelse woorden kent. Via Frances probeer ik wat meer over haar te weten te komen, maar ook zij kent haar pas sinds enkele weken. Monica wil wel erg graag met mij op de foto. Hm.

Cheng Yang, Guangxi, China 2 juli 2016

Tags: