Pagina's

Rubrieken

Archief

Diversen

Marfa, West Texas

Door Jan: 09/10/08

MARFA VOOR EN MARFA NA

Voor de vierde dag fiets ik op dezelfde weg, highway 90. Nog steeds naar El Paso. Er is in deze contreien enig toe­risme en daarom wordt er gekoketteerd met het Wilde Westen. Alpine noemt zich Home of the Last Frontier en het verderop liggende Marfa laat op een bord langs de weg weten Marfa is what the West was. Tussen deze plaatsen zitten sprinkhanen op de weg. Grote met een geel band­je achter de zwarte kop. Heertjes in smoking. En kleinere met een oranje bandje over de rug alsof ze een schortje hebben voorgedaan. Als een heilige Franciscus slalom ik door het grut heen, maar kan niet voorkomen dat van enkelen hun laatste ge­luid “krak” is. Ik krijg een liftertje op mijn linker voortas. Hij zit met zijn achterste naar de spaken, maar als ik wat harder ga rijden draait hij zijn kopje in de wind en laat zijn sprie­ten naar achteren wapperen als een roc­kartiest op de boeg van de Titanic. Hij zet zich schrap. De weg loopt geleidelijk aan op, maar mijn sprink­haantje weet niet van wijken. De klim eindigt bij een parkeerplaats met een historical marker. Ik stop en mijn gast hupt onmiddellijk weg. Hij heeft drie kilome­ter op de tas gezeten. De plek heet Paisamo Pass. Het is maar een halve pas; er volgt een hoog­vlak­te en geen afdaling.

Over de vlakte naar Marfa. In een computerzaak naast mijn motel lees en verzend ik wat e-mailbe­richtjes. Vervolgens loop ik het dorp in om ergens te eten. Het is stil in Marfa. In de hoof­dstraat passeer ik een eerbied­waardig hotel in Mexicaanse ba­rok-stijl, gepromo­veerd tot landmark, maar het ziet er verlaten uit. Het courthouse suft tussen de hoge bomen en een ekster huppelt met scheve staart op het ga­zon. Im Westen nichts neues. Omdat er geen treinen meer stop­pen, heeft de gemeente het his­torische station laten slopen. Een tableautje op een stok naast de spoorwegovergang toont nog een foto ervan. De bijgaande tekst levert iets interessants op.

De hoofdingenieur van de Southern Pacific Railroad had in 1881 een naam nodig voor een nieuwe waterplaats voor de locomotie­ven. Hij stond voor het probleem van de schepping. Vrouw weet jij niks? Zij las “De Gebroeders Karamazov” van Dostojevski, waarin een dienstbode Marfa voorkomt. Zo werd Marfa Marfa. Wat hadden die twee vrouwen met elkaar gemeen? Ik heb de roman erop na gelezen. Misschien was mevrouw de hoofdingenieuse net bezig met hoofdstuk 13 en identificeerde zij zich met het bijzondere moederschap van Marfa Ignatievna. Zij baarde een jongetje dat zes vingers had aan elke hand. Haar man Grigory ver­stopte zich in de tuin en liet zich uit schaamte drie dagen niet zien. Hij wilde die twaalf­vingerige darm niet laten dopen omdat het een “draak” was. Het leefde veertien dagen. In de nacht volgen­de op de begrafe­nis hoorden beiden een baby huilen in de badkamer. Een kranzin­nig zwerf­meisje had er een kind gebaard. Zij stierf bij het aanbre­ken van de dag. Het kind mocht van heer Feodor Karama­zov in de diens­twoning blijven. Ook tegen de vadersnaam Feodo­rovitsj verzette hij zich niet: hij was de gedoodverfde vader. Marfa werd na een moederloze dag weer moeder en Dostojevski kwam per trein naar Texas.

De volgende ochtend weer op de 90, terwijl de zon rechts achter me opkomt. Even later passeer ik een picknickplaats. Op de stenen tafel ligt een fietser gekruld in zijn slaapzaak. De fiets naast hem tegen de bank. Ik zal hem niet wekken, zijn vermoeidheid is zo vaak de mijne. Er is weinig verkeer. Af en toe een vrachtwagen, nu eens van de ene, dan van de andere kant. Het is daarna weer stil en de weg voor me strekt zich kilometers uit. De shoulder is minder glad dan de rijbaan en zolang er geen verkeer elkaar passeert ter hoogte van mij blijf ik erop. Mijn benen bewegen in een aangename cadans, de zon klimt en ik weet dat dit vakantie is.

 

Maar zie, een man had zich die ochtend ook op weg begeven om van overheidswege te waken over de veiligheid der reizigers. Bij geval pas­seerde hij een fietser acht mijlen voorbij een vlek, geheten Marfa. De fietser had zijn rijwiel beladen met tassen en reed ter linkerzijde van de witte streep op het pla­veisel, zich daarmee bloot stellende aan gevaar. De overheids­man, een state trooper, reed hem voorbij en bracht zijn voertuig tot stilstand aan de rand van de weg. Hij stapte uit en gebaar­de de fietser te stoppen. Deze verbaasde zich over de verstoordheid waar­mede de man hem gebaarde.

Zonder hem te begroeten sprak de trooper en zeide:

“Sir, you drive on the right hand side of the line or on the line. And when a car comes up, you move to the right. You understand!?

De fietser, schrijlings staande over zijn smalle voertuig, antwoordde en zeide:

“Yes sir, thank you for your concern”.

Hierop was de ander niet voorbereid en zweeg even stil. Zijn boosheid had geen grond en hij herhaalde zijn redenen van zorg, eraan toe voegende, dat het ging om de veiligheid van zijn naaste weggebruiker. Nieuwsgierigheid dreef de man voort en hij vroeg:

“Where are you heading to?”

De fietser zeide:

“To the city of Los Angeles”.

Dit sloeg de man met stomheid. De fietser ging vele malen verder dan de lijn aan zijn dienstvoeten lang was. Voorwaar een grote afstand.

Hij groette en verdween even snel als hij gekomen was, de fietser achterlatend in verbazing.

 

Tags:

Nog geen commentaren »

Nog geen commentaren.

RSS feed voor commentaren op dit bericht. TrackBack URL

Geef commentaar

Je moet aangelogd zijn om commentaar te plaatsen.