Pagina's

Rubrieken

Archief

Diversen

Bij binnenkomst in Maleisie heb ik een VVV-man gevraagd hoe de munteenheid van dit land heet: Ringgit Malaysia. Van dit land wist ik eigenlijk niets. Veel woorden langs de weg kende ik wel: kampong, orang, pisang, goreng. Maar ook pendek (kort) want mijn broer vond het vroeger lekker om in de zomer in zijn “pendekkie” te lopen. Op het gazon liep hij met “zijn blote kakkies” (kaki is voet). Dat hebben we allemaal te danken aan ons koloniale verleden. Onze bovenmeester liet ons nog allerlei eilandnamen uit het hoofd leren (Bali, Lombok, Soemba, enz.), terwijl Nederlandsch Indie allang Indonesie was geworden onder Soekarno. We deden later wel eens lacherig over Surinaamse kinderen die in hun vaderland de plaatsen tussen Groningen en Nieuwe Schans moesten leren, maar wij deden het zelf niet anders.
Deze week spraken we een man die verlegen was om een praatje, toen we langs de weg de kaart raadpleegden. Hij legde drie keer uit hoe we moesten rijden. Of  we ook Maleis spraken, want deden we toch ook in Holland! Nou nee, anderen deden dat of hebben dat gedaan. Het was niet het geschikte moment om over repatrianten of spijtoptanten te spreken. Volgens hem was het eerste Maleise woordenboek door Nederlanders gemaakt  en uitgegeven in Singapore. Ik heb het maar voor kennisgeving aangenomen.
Omdat we dagelijks eten in Chinese eethuizen (vanwege bier), zitten we telkens tussen Chineessprekende Chinezen. Net als elders werkt hier de sterkste sociale wet: soort zoekt soort. Hoofddoekjes en Mohammedmutsjes zie je in halaleethuizen. Omdat tussen de groeperingen ook religieuze lijnen lopen, vraag ik me af of hier niet zoiets als onze bekende verzuiling. Dat een islamiet vlees koopt bij een halalslager ligt voor de hand, maar doet hij of zij dat ook voor huishoudelijke artikelen of voor gordijnstof?
Het westelijk kustgebied van Maleisie is vrij vlak. De hoofdweg die we volgden zorgde een enkele keer voor een klim, maar het gewone doortrappen bepaalde de dag. Ons laatste “hoogtepunt” was Malacca. De geschiedenis van die stad blijft intrigeren. Ik kon het niet laten om nog eens langs die Nederlandstalige zerken te lopen. En zo las ik dat “Pieter Pietersen van Enchhwben”  (Enkhuizen) in bijn leven crancbesoeger ende diaken” was geweest. De beitelaar kende vermoedelijk geen Nederlands, maar was wel consequent in de b voor een v. In het midden van het dakloze kerkschip herinnert een steen eraan dat daar “Frau van Riebeck” was begraven en dat de steen in 1915 naar Zuid-Afrika was overgebracht, waar haar man de Kaapkolonie had gesticht. Haar stoffelijke resten zitten vermoedelijk daar nog in de grond.
De geschiedenis legt Melaka geen windeieren. Stromen toeristen die in de  malls en plaza’s op het middaguur verkoeling kunnen vinden. Als havenstad heeft Melaka aan betekenis moeten inboeten, maar een suffig Enkhuizen is geen sprake.
Verder fietsend naar het zuiden viel er weinig te beleven. Eten, slapen en verder de fietsen. De wegen gaan door eindeloze palmolieplantages. De bomen zier eruit als ernorme plumeaus op dikke stammen die weer begroeid zijn met varens. In de oksels van de takken ontwikkelen zich bollen groter dan een voetbal. De bol is bedekt met “noten” waarin die olie zal zitten (?). Zo’n bol die lijkt op een reusachtige braam, weegt al gauw een paar kilo. Bij wat oudere plantages schemert het tussen de stammen en daar zouden door de eenvormigheid van de omgeving de Maleisische Hans en Grietje in kunnen verdwalen. Als leguanen zouden kunnen praten, hoefde dat niet. Zij weten waar de weg ligt, waarop vele soortgenoten onder wielen het leven lieten.
Onze laatste stad in Maleisie was Johor Bahtu. Vanuit de hotelkamer zagen we Singapore liggen.

P1010296

 

Omdat we daar zo vaak aan hadden gedacht vanwege het einde van de reis, tcch een beetje het beloofde land. Onze reis is na 130 dagen, waarin we bijna 7500 km hebben gefietst, volbracht. We wilden wel even weten hoe het ging met de grenspassage. Kunnen we daar gewoon fietsend overheen en hoe precies loopt de weg in de wirwar van wegen, fly overs en viaducten? Een duidelijk antwoord bleef uit. We konden naar een taxistandplaats, vanwaar Singaporese taxi’s vertrokken. Onderweg daar naar toe zijn we toch maar gewoon doorgefietst. Weg 3 naar Woodlands, et voila, het kon niet vlotter. Er was een “lorong motosikal”  voor de duizenden motors en brommers die passeren en daar konden we mooi gebruik van maken. Aan beide kanten waren vele cabines met loketten die een snelle doorgang mogelijk maakten. Wij waren de enigen die een formulier moesten invullen voor het verkrijgen van een stempel. De immigrtieman vertelde dat hij eerder Nederlandse fietser voorbij had zien komen. De vraag blijft waarom niemand in Johor Bahru gewoon had kunnen vertellen hoe je per fiets naar de overkant kon komen.
Hoe zuidelijker je komt, hoe beter het verkeer geregeld is. Voor het rijtje Thailand, Maleisie, Singapore geldt: goed, beter, best. Asfalt, bewegwijzering, voorrangsregeling, enz. We hadden een kaart van Singapore gekocht om de stad naar het hotel door te komen. In de stad vermelden borden de namen van de belangrijkste wegen bij nadering van kruispunten en dat vergemakkelijkt aanzienlijk de route. Soms leek het of de stadsbussen en wij een wedloop hielden. We haalden elkaar steeds weer in. Uit het rakelings voorbij rijden meenden we te kunnen concluderen, dat onze aanwezigheid op de busstrook niet gewaardeerd werd.

 

P1010324
Onze eerste zorg hier in Singapore was de verpakking van de fiets voor het vliegtuig. De eerste fietsenzaak was wegens pensionering net gesloten, de ander was veranderd in een restaurant. Bij de derde zaak was het raak. Bij “Hello Bicycle” niet ver van ons hotel zullen maandag aanstaande twee fietsdozen klaar staan. Wat ik niet meer nodig heb laat ik hier achter. Singapore Airlines laat je goed betalen voor elke kilo extra: 48,13 euro! Zo vervliegt je geld. Zelfs de versleten ketting van mijn fiets haal ik eraf. Een vies werkje dat goed betaald wordt.
En dan nu mijne lieve lezeressen en lezers ben ik aan het einde gekomen van mijn verslagjes over de fietsreis door Zuidoost-Azie. Ik hoop dat over een paar dagen de milde zonnestralen die uw gelaat strelen ook mijn gezicht bereiken.
Singapore, 17 april 2015

Tags:

Nog geen commentaren »

Nog geen commentaren.

RSS feed voor commentaren op dit bericht. TrackBack URL

Geef commentaar

Je moet aangelogd zijn om commentaar te plaatsen.