Pagina's

Rubrieken

Archief

Diversen

Amerikaanse geuren

Door Jan: 09/10/08

AMERIKAANSE GEUREN

Hoe ruikt het daar in Amerika? Tja, gewoon zou ik zeggen. Net als bij ons. De vissershaven in Gloucester (Massachu­setts) ruikt net als die van Sche­veningen of zoals je dacht bij het lezen van Bernlefs Herse­nschimmen. Zilt en vissig. De lucht van de New Yorkse subway lijkt op die van de Parijse métro. De naaldwouden aan de andere kant van de Grote Meren ruiken net als de eeuwig zingende bos­sen in Zweden. Veel brie­ven­bussen in Minne­sota dragen namen als Nelson, Lundq­vist, Berglund. Het lijkt wel of die Zweden daar hun eigen geur hebben meegeno­men.

Bij een fietstocht wordt je reukvermogen aangescherpt en de wereld wordt geuriger. Soms voel me een beetje als Grenouille, het achttiende-eeuwse monstermannetje uit Het par­fum, dat de schrijver Patrick Süskind een sterk uitvergroot reukver­mogen heeft gege­ven. Gre­nouille kan als een poli­tie­hond mensen opsporen. In Navasota (Texas) ging ik de stad in op zoek naar een wasseret­te. In de hoofdstraat kreeg ik de geur van wasmiddelen en maggi. De “Washeteria” zat in een zijstraat, vijftig meter verderop. Nog Grenouille-achtiger was het geknipte par­fumlint tussen sinasappelboomgaarden bij Redland in de buurt van het Califor­nische San Bernardino. Er passeert me een personenauto waar een damespafum uitwaait met de versheid voor een receptie. Ik kan het geurspoor een poosje volgen. Na twee of drie minuten duikt de geur weer op, minder sterk maar on­miskenbaar dezelfde. De laatste keer, heel flauw, na vijf minuten. Als de auto 70 km per uur had gereden dan had de geurwimpel een lengte van een kilometer.

Het is niet zo dat je met de fiets een etherisch para­dijs in rijdt. In een randgemeente van Boston rook ik voor het eerst de zwave­lige stank van een stinkdier. Het beest heeft in zijn klier een voorraadje waar hij twee keer mee kan sproeien. Deze had zijn laatste sproei gege­ven. Hit by traffic. Een vers aangereden skunk blokkeert je reuk voor enige minuten en je ogen gaan tranen. Stinkdieren zijn ’s nachts actief. In de oostelij­ke staten scharrelen ze geregeld om je tent. Je ruikt ze door het tentdoek heen.

Het andere grut van de Amerikaanse fauna wacht vaak eenzelfde lot als ze zich een weg op wagen. Eekhoorns, prairiedogs. Het grotere spul ligt in de bermen te rotten in de hitte van de zon en stinkt er flink op los. Herten, stekelvarkens, wasberen, dassen en in range areas zelfs koeien. In Wyoming is die stank van herten (antelopes, pronghorns) langs vele high ways min of meer standaard. Je ziet ze meer liggen dan lopen. In de Sandhills van West-Nebraska lag in een weiland een bruine hoop waar een stok uitstak. Een dood paard. Door de ont­binding zwelt het kadaver op en richt een achterpoot zich langzaam op. Een laat­ste gebaar naar de voor­bijgangers.

Droge lucht heeft je neus weinig te vertellen. New Mexico, Arizona, de woestijn in Zuid-Californië ruiken naar niks. Dat zorgt ervoor dat je net als een Afrikaanse olifant regen over een grote afstand kan ruiken. Een onweersbui in New Mexico hing op ongeveer 30 km voor me. Bliksemschichten en regensluiers tekenden zich af boven de horizon. De eerste voorbode van mijn nadering was de geur van regen, met een lichte afkoeling, maar dat laatste kan ik door associatie me verbeeld hebben. De tweede was het out of the blue opsteken van een storm. Fietsen was er niet meer bij. Afstappen en voorover gebogen tegen de wind in duwen. Na enige kilometers kwam ik in de vlek Jeso, waar aan de hoofdstraat slechts twee huizen niet waren dichtgetimmerd. Daar heb ik op de stoep van een verlaten winkel op het luwen ge­wacht, met de regen in mijn neus, maar de druppels in de verte.

Tweemaal heb ik als opgeschoten knaap een zomervakantie doorge­bracht als manusje-van-alles op een binnenvaarttankschip, dat in de oliehavens van Antwerpen vaak moest laden. Na een lading stookolie kwam er vluchtige benzine die er uit zag als roséwijn. Daarvoor moesten de tanks eerst uitgassen. We voeren een stuk de Schelde op, gingen voor anker en hingen grote ontluchtings­zak­ken aan palen de ruimen. Vervolgens werden de ruimen schoon­gespoten en moesten we de vloer tussen de leidingen dweilen. Je haalde je handen open aan al het roest. In North Dakota stond ik op een dag weer in die tanker te dweilen. Waarom juist daar wist ik niet. Wel toen een paar uur later ik Williston inreed. Om de stad is een olieveld. Bij een bedrijf stonden ja-knikkers bij elkaar als een kudde olifanten. Kleine ja-knikkertjes had ik nog nooit gezien, en tussen al die grote hebben ze iets lieflijks. Zo heb ik de geur van olie onbewust geroken en welbewust gezien.

 

Tags:

Nog geen commentaren »

Nog geen commentaren.

RSS feed voor commentaren op dit bericht. TrackBack URL

Geef commentaar

Je moet aangelogd zijn om commentaar te plaatsen.