Pagina's

Rubrieken

Archief

Diversen

Runaway

Door Jan: 05/04/09

Ten zuiden van St.Louis liggen de Ozarks. Amerikanen die door dit heuvelland fietsen noemen het een roller coaster, want de hellingen zijn kort en steil. In Eminence gebruik ik mijn mid­dagmaal. Een paar tafels van mij af zit een dikke sheriff. Hij doet hoorbaar amicaal tegen de diensters. Langs de weg staan borden met zijn naam voor her­verkie­zing. Buiten heb ik zicht op het courthouse, waar een jongeman in blauwe overall het gras maait. Er is een waslijn waar dezelfde overalls met county jail erop huiselijk wapperen.

Ik vind die grasmaaier interessanter dan de Wichtigmacher die hem gevangen houdt en loop na mijn lunch naar hem toe. Hij was eerder veroordeeld wegens winkeldiefstal, maar had nu 30 dagen gekregen wegens winkelinbraak terwijl hij op proef weer buiten was. Hij is begonnen met harken en werkt door. Big brother zit aan de overkant. Er is geen gele­gen­heid om de mens in de dief te ont­moe­ten.

Anders dan deze criminele dorpsidylle zijn de mannen in Virgi­nia die in oranje overalls werken in de berm van de weg. Bewa­kers met geweer in de aanslag staan er verveeld bij. Zij dragen een zonne­bril, de gevangenen niet. Bij het voorbijfietsen kij­ken sommi­gen op en meten je met hun blik. Het zal wel onwennig­heid zijn dat ik me daarbij niet prettig voel. Ik zeg dan maar ‘hello’, maar er komt geen antwoord. Hun leven in de zomerse hitte is nu eenmaal meer hell dan hello.

Meestal vertelt een bord dat je in een prison area bent aange­ko­men. De gevangenis zelf zie je niet altijd. Die kan zoals in Nevada of Arizona, ver van de weg af liggen. Ligt die wel aan de weg dan is de overzichtelijkheid maximaal gemaakt: brede ber­men, kort gemaaid, geen struiken en greppels. Er kan een lift­verbod zijn, maar intrigerender is de waarschuwing ‘Lifters kunnen ontsnapte gevangenen zijn’ (Hitch hikers may be escaped inmates). Je leest de waarschuwing en in een reflex kijk je of er zich al eentje aandient. Ik kan me niet voorstellen dat een crimineel bij mij ach­terop springt, de loop van een pistool tegen mijn slaap drukt en zegt ‘Doortrap­pen’. Maar toch…

Na een rustdag in Charleston, South Carolina, vervolg ik de US 17 in de richting van Savannah, Georgia. Soms rij ik onder slierten spanish mosk door die uit de takken boven de weg hangen, dan weer valt het land open met moerassen die ruiken naar doorgekookte spruitjes. Ter hoogte van Osborn komt rechts uit het geboomte een man tevoorschijn. Hij loopt over de brede berm naar de weg en zwaait naar me. Het is een uur of half negen, geen verkeer, zondag. Ik stop. Hij is ongeveer 1.60 m, zwart haar, kapotte kleren.

‘Ik heb een lift nodig’.

Ik leg uit dat daar geen sprake van kan zijn. Mijn fiets is niet sterk genoeg en zwaar beladen. Hij zakt dan gewoon door’, besluit ik mijn voorzichtige uit­leg. Maar ik kan als een barm­hartige Samaritaan hem wel wat aanbieden. Hij drinkt uit mijn bidon en neemt twee mueslirepen aan. Zoiets schept een band.

Ik vraag wat hij daar doet en of hij er ook heeft overnacht. Hij zegt een runaway te zijn. Waarvan dan?

‘Moord, doodslag, roof’

‘Dat is nogal wat’, zeg ik maar filosofisch. Je kunt moeilijk een compli­ment geven voor die inspanningen. Hij vindt het jammer dat ik hem niet mee kan nemen. Hij steekt zijn hand op en we maken een high five. Hij voegt er rituele knijp- en trekbewe­gin­gen bij die me een samenzweerderig gevoel geven.

‘We zien elkaar terug in de hemel’, zegt hij als ik opstap.

‘Ik zal op je wachten bij de poort’, roep ik. Ironie van mannen.

Als waar is wat hij heeft gedaan, kan ik niet zeggen dat mijn eerste ontmoeting met een moordenaar onaangenaam was.

 

Tags:

Nog geen commentaren »

Nog geen commentaren.

RSS feed voor commentaren op dit bericht. TrackBack URL

Geef commentaar

Je moet aangelogd zijn om commentaar te plaatsen.