Pagina's
- Columns
- Cyclografie
- Cyclografie
- Duitsland
- Praktisch
- Beesten onderweg
- Dag op een ripio
- Fietsen in (grote) steden
- Kaarten
- Naar de weg vragen
- Overnachtingen in de VS
- Paklijst voor binnen en buiten
- Snelweg in Chili
- Stad in, stad uit
- Van blog naar boek
- Veiligheid
- Vliegtuig en fiets
- Vrachtverkeer en fiets (Argentinië)
- Weersomstandigheden (VS)
- Wegen en weggetjes
- Wegnummering
- Wet van de Rekkende Mijlen
- Wind op de pampa
- Recensies
- Amerika van oost naar west
- Auf einem blauen Elefanten
- Carsten Janz: Beinhart
- De Sleutel van Tsjechov
- De vloek van de goeroe
- Drie kameleons
- Edith en Annette
- Filosofie van de heuvel
- Pelgrimsfietsreis
- Rondje Noordzee
- Santiago de Compostela
- Vanaf mijn vakantiefiets
- Waar extreem doodnormaal is
- Weg van de wereld
- Reisverslagen
- Ciclista en Patagonia (01)
- Ciclista en Patagonia (02)
- Ciclista en Patagonia (03)
- Ciclista en Patagonia (04)
- Ciclista en Patagonia (05)
- Ciclista en Patagonia (06)
- Ciclista en Patagonia (07)
- Ciclista en Patagonia (08)
- Ciclista en Patagonia (09)
- Ciclista en Patagonia (10)
- Ciclista en Patagonia (11)
- Ciclista en Patagonia (12)
- Ciclista en Patagonia (13)
- Ciclista en Patagonia (14)
- Ciclista en Patagonia (15, slot)
- Ciclista en Patagonia (feiten, cijfers)
- Fietsen in China
- Fietsen in Helsinki
- Fietstocht Zuidoost-Azië (01), Vertrek
- Fietstocht Zuidoost-Azië (02), De vlucht
- Fietstocht Zuidoost-Azië (03), Hanoi
- Fietstocht Zuidoost-Azië (04), Hanoi Hanoi
- Fietstocht Zuidoost-Azië (05), Vinh
- Fietstocht Zuidoost-Azië (06), Hue
- Fietstocht Zuidoost-Azië (07), Vietnamees
- Fietstocht Zuidoost-Azië (08), Regenweek
- Fietstocht Zuidoost-Azië (09), Drama
- Fietstocht Zuidoost-Azië (10), Nha Trang
- Fietstocht Zuidoost-Azië (11), Round up
- Fietstocht Zuidoost-Azië (12), Saigon/HCM
- Fietstocht Zuidoost-Azië (13), Phnom Penh
- Fietstocht Zuidoost-Azië (14), Siem Reap
- Fietstocht Zuidoost-Azië (15), Buri Ram
- Fietstocht Zuidoost-Azië (16), Buri Ram 2
- Fietstocht Zuidoost-Azië (17), Vientiane
- Fietstocht Zuidoost-Azië (18), Luang Prabang (LPB)
- Fietstocht Zuidoost-Azië (19), Vientiane 2
- Fietstocht Zuidoost-Azië (20), Bangkok
- Fietstocht Zuidoost-Azië (21), River Kwai
- Fietstocht Zuidoost-Azië (22), Johan en Nok
- Fietstocht Zuidoost-Azië (23), Onlusten
- Fietstocht Zuidoost-Azië (24), Melaka
- Fietstocht Zuidoost-Azië (25), Singapore
- Fietstocht Zuidoost-Azië (26), Slot
- Het Noorden trekt (1)
- Het Noorden trekt (2)
- Het Noorden trekt (3)
- Lekker, rendier! (1)
- Lekker, rendier! (2)
- Lekker, rendier! (3)
- Lekker, rendier! (4)
- Lekker, rendier! (5)
- Lekker, rendier! (6, slot)
- Reis naar Finland
- Westwaarts: van Houston naar L.A.(1, Inleiding)
- Westwaarts: van Houston naar L.A.(2)
- Westwaarts: van Houston naar L.A.(3)
- Westwaarts: van Houston naar L.A.(4)
- Westwaarts: van Houston naar L.A.(5)
- Westwaarts: van Houston naar L.A.(6)
- Westwaarts: van Houston naar L.A.(7)
- Verhalen
Rubrieken
Archief
- juli 2018
- juni 2018
- mei 2018
- augustus 2016
- juli 2016
- juni 2016
- mei 2016
- oktober 2013
- september 2013
- augustus 2013
- maart 2010
- maart 2009
- februari 2009
- januari 2009
- december 2008
- november 2008
- oktober 2008
- mei 2008
Diversen
Van Bangkok naar Shanghai (18, slot)
Door Jan: 19/08/16
De tocht zit erop. Nog voor het middaguur bereikten we op 16 augustus mijn hotel in Shanghai, waar ik de laatste kilometerstanden noteerde: 5042 voor de route en met de extra tochtjes erbij het totaal van 5646 km. Mijn fiets staat nu gedemonteerd in een fietsdoos bij de receptie en wacht roerloos op het nabije vertrek (Kloos). Naar mijn gevoel was Suzhou het einde van mijn reis en is Shanghai, dat maar honderd kilometer verder ligt, het toetje van de tocht. Er waren twee verschuivingen. Om me heen nam de verstedelijking het over van de landelijkheid en mijn gedachten gingen zich steeds vaker richten op de terugreis en thuis. Frances klaagde nogal over Shanghai: zo vol!! Ja, dat klopt, Shanghai is wat groter dan Klazienaveen, maar toen we voor een beleefdheidsbezoek door de stad reden, viel me op dat er heel goed te fietsen valt. De passage van kruispunten verloopt soms wat chaotisch, maar met fietspaden en goede afscheidingen kom je de stad goed door.
Dat beleefdheidsbezoek betrof een fietsvriend van Claire. Hij woont met zijn vrouw op de achttiende etage van een woontoren. Het appartement is klein en ze moeten met de ruimte woekeren. Die vriend kan niet meer fietsen, maar heeft grote tochten op zijn naam staan, oa.naar Tibet. Hij heeft verlammingsverschijnselen, maar wat daar verder aard en oorzaak van is weet ik niet. Een neef (oomzegger) was gecharterd om voor ons allen een Europese maaltijd te bereiden en er kwam in China gebrouwen “Dutch beer” uit de koelkast.
Zoals eerder bij dit soort bezoeken spreekt Frances Chinees met de anderen en ik zit er maar een beetje bij. Maar ik had geluk. Op het grote tv-scherm de Olympische Spelen met volleybal tussen Chinese en Braziliaanse dames. De gastvrouwe zat maar af en toe aan tafel. Meer een dienster dan een deelneemster. Er kon nauwelijks een lachje af. Bij alles wat ze deed, leek een stil verwijt te zijn. Bij ons vertrek bracht ze ons naar beneden en kreeg Frances te horen dat het maar beter was dat haar moeder niet meer op bezoek kwam als ze in Suzhou logeerde. Haar man die levendig met Frances had geconverseerd en zich vast op een volgende ontmoeting met moeder Claire zou kunnen verheugen, zal dit volgens mij niet weten. Als het klopt, dan vind ik het niet aardig. Ze isoleert haar man.
Op de terugweg bezochten we het museum voor 18.000 joodse vluchtelingen die tussen 1933 en 1941 aan de Duitse jodenvervolging ontkwamen. Het beperkte gebied waarin ze leefden was dus een getto in positieve zin. Het was hun redding. De synagoge gebouwd door Russische joden is gerestaureerd en als museum ingericht. Na 1945 zijn velen geëmigreerd naar Israël en de VS. Er zijn nog andere gebouwen die herinneren aan hun verblijf en er is nog steeds een joodse gemeenschap in Shanghai.
Shanghai betekent “aan zee”. Die heb ik niet gezien, maar wel de Huangpu-rivier met de Bund, een boulevard van twee en een halve kilometer langs het water. Het is een cliché, maar zonder die Bund geen Shanghai. Op internet is het attractie nummer één.
Als je westerlingen in de stad wilt zien, dan hier. Het uitzicht op de stad en de scheepvaart op de rivier (verbonden met de Yangtse) is prachtig. ’s Avonds is het nog net niet dringen. Aziaten houden van verlichting die in kleuren beweegt en flikkert.
Aan de Bund-kant is Europese architectuur met verschillende stijlen. Om het kwartier de klokslagen van het Custom Building, die ook te horen zijn in mijn hotelkamer. Aan de overkant in de wijk Pudong is het modern Chinees. In de stad zijn veel neo-klassieke bouwwerken met een vertrouwde aanblik.
Mijn tocht die op 8 mei in Bangkok begon, kreeg na de Vietnamees-Chinese grens een ander karakter. We trokken gezamenlijk op en er kwam nog voor paar dagen een moeder met haar zoon bij. In Guilin namen twee afscheid, in Changsha stapte de moeder (Wei Gui Xiang) van Frances op de trein. Frances (Guan Shan Yue) en ik trokken een maand met elkaar op en aan haar heb ik veel te danken. We konden het goed met elkaar vinden en er viel heel wat te lachen. We staan nu op een kruispunt van wegen. Ik vlieg naar het verre westen en zij rijdt per trein in 29 uur naar het noorden om bij haar moeder de 80ste verjaardag van haar grootmoeder te vieren. Frances staat ook anderszins op een kruispunt. Ze wil een wending geven aan haar leven, vooral privé. Dat ze nu vier maanden niet thuis is in Suzhou is er een aanwijzing voor. Ik zelf kom terug op vertrouwde wegen en hoop vele bekenden weer te zien.
Shanghai, China, 19 augustus 2016
Van Bangkok naar Shanghai (17)
Door Jan: 12/08/16
Als vertel dat ik door China heb gefietst met Chinese vrouwen, dan komen er twee vragen. Hoe was dat? Hoe kwam dat? In die volgorde. Korte terugblik. Op mijn tweede tocht, van Peking naar de Amoer in 2006, trok ik kort op met een groepje Chinezen. Drie mannen, drie vrouwen. Met een van de dames hield ik contact en in 2013 maakte ik met haar en twee andere “zusters” mijn derde tocht, van Chengdu (Sichuan) naar Jinzhou (Liaoning). Tussen de dames boterde het van lieverlede niet zo en de aardigste van het stel, Claire, kneep er tussen uit. Tot mijn verrassing nam ze via haar dochter Frances later contact met me op en zo maakten we plannen voor mijn vierde fietstocht hier. Claire trommelde drie vriendinnen op, van wie ik er eentje kende en wist ook haar dochter te strikken. Zij, Frances dus, was met haar Engels de communicatieve spil van ons clubje. Bij pauzes onderweg spraken de vrouwen uiteraard Chinees met elkaar en Frances betrok mij bij de gespreksstof, vaak als het woord laowai viel, want dan hadden ze het over mij. Ik had wel de indruk dat ze het interessant vonden zo’n westerse vreemdeling in hun gezelschap te hebben. Frances kende de andere twee vrouwen niet. Omdat ik steeds meer Chinese woorden leerde en met gebarentaal kleine acts opvoerde, ontwikkelde zich iets van een conversatie. Ze moesten vaak lachen om die rare laowai. De verstandhouding bleef prettig, maar werd niet persoonlijk. Dat lag met Frances anders. ’s Avonds gingen we geregeld samen ergens eten. Moeder Claire was zuinig en at op de hotelkamer wat ze ze onderweg had gekocht of van de lunch in een restaurant had overgehouden, maar de dochter wilde ook onder de bemoeizucht van moeders uit, die vond dat Frances te veel at. Dat leidde wel eens tot irritaties. Zij woont dan ook bewust 2000 km van haar moeder vandaan, hier in Suzhou.
Erg Chinees was dat de dames het niet passend vonden als ik ze bijvoorbeeld hielp met het dragen van bagage naar hun hotelkamer. Reden: ik ben de oudste. Banden plakken mocht ik weer wel. Tsja… De tocht die we samen maakten was natuurlijk ook de vakantie van de dames. Dus wilden ze van alles zien en ondernemen. Dat bespraken ze met elkaar. Ik werd pas in het laatste stadium van hun planontwikkeling betrokken. Of ik ook… ? Natuurlijk. Niet lullig doen. Zij weten meer van China dan ik. Ook daarbij speelde Frances met haar elektronische navigatie een belangrijke rol.
In Guilin namen twee vrouwen die ik Monica en Anna had mogen noemen, afscheid. Waarom nu? vroeg ik Frances. Monica’s zoon kocht een treinkaartje voor haar… (!?)) Ze kwamen beiden uit Jinzhou en trokken samen op. Van Monica was de moeder stervende, hoorde ik later. Claire nam afscheid in Shangsha. Rugklachten, veel lopen door een defecte derailleur, zorg voor haar hoogbejaarde moeder. En zo bleef Frances tot mijn verrassing alleen over. Ik plaag haar met “you are my special tour leader”. Onzin, vindt ze, maar zij kent de weg en hier in Suzhou in het bijzonder. Letterlijk en figuurlijk. De stadspoorten, de tuinen, de bruggen en vaarten passeerden alle de revue.
Zij en haar moeder deelden de zelfde hotelkamer en de dochter liet zich ontvallen dat ze wel prettig vond weer onder moeders vleugels vandaan te zijn. Voor mij brak er een andere tijd aan. Voorheen bungelde ik bij de conversatie er maar een beetje bij. Frances moest nu alle registers opentrekken om met mij te kunnen praten. Daar doet ze aandoenlijk haar best voor. Het is prettig om haar daarbij te helpen. Vaak zegt ze “how to say?” en raadpleegt zo nu en dan haar i-phone om een woord te vinden. Door haar hoor ik hoe moeilijk Engels is. “Hij” en “zij” kent het Chinees niet, de werkwoorden hebben geen tijden, terwijl vele Engelse klinkers een ramp zijn. Clusters van medeklinkers zijn ook een probleem. Dus hoor ik haar zeggen “mostely” of cyceling”. Omgekeerd is zij voor mij informatiebron nummer één. Het viel me pas sinds kort op dat ze het woord dat ik had geleerd voor fiets (“zi xing che”) nooit gebruikte. Nee, wij gebruiken “dan che”. In het verkeer zorgt ze ervoor dat we elkaar niet uit het oog verliezen, al kan ik maar niet wennen aan de Chinese manier van kruispunten nemen. Stoplichten negeren en bij linksaf binnendoor.
Uiteraard hoor ik ook een en ander van haar gewone leven. Haar man heeft een bedrijfje voor verpakkingsmateriaal. Daar is ze nauw bij betrokken. De verpakking moet ook bedrukt worden en dan legt Frances de contacten. Bij aankomst in Suzhou hebben we het bedrijf bezocht. Er ging niet veel om, zou Droogstoppel zeggen. De machines stonden stil. Het is een slappe tijd. Vier vrouwen waren bezig om een plastic ruitje te plakken op doosjes voor beha’s. Aan het einde van de hal lag een berg afval van karton en papier. Hoe dan ook, ruim de gelegenheid om met Frances en haar man te gaan eten. De conversatie was karig. Hij sprak geen Engels, maar deed ook weinig moeite voor een simpel praatje. Wel schonk hij mij telkens bier in en zo bleef het beperkt tot Nijhoffs “lach en stoot glazen […] tegen elkander” met een “gan bei!”
Het levendige nichtje dat tussen ons in zat zorgde voor enige afleiding. Van het bedrijf naar hun huis was het dertien kilometer. Gisteren heb ik bij hen gegeten. Een jaren ’60 flat.
Bergruimte in de kelderverdieping, een wat versleten en vervuild trappenhuis, maar een hele aardige woning met een sterk vrouwelijke “touch”.
Er werd tijdens het eten aan de deur gebeld. Een oudere dame van een lagere etage met iets voor de vergadering van een bewonersvereniging. Volgens mij was ze gewoon nieuwsgierig. Het informatieblad dat ze bracht legde Frances ongeïnteresseerd naast zich neer.
Suzhou, Jiangsu, China, 13 augustus 2016
Van Bangkok naar Shanghai (16)
Door Jan: 06/08/16
Dit bericht schrijf ik in Wuxi dat we vandaag 7 augustus na 90 km aan het begin van de middag bereikten. Na deze stad rest nog Suzhou en dan komt Shanghai. Het zit er dus bijna op.
Eerst nog even een stap terug, want het vorige bericht kwam uit Wuhan. Na 600 kilometer fietsen kwamen we op 2 augustus aan in Nanjing. Het is de hoofdstad van de provincie Jiangsu, de laatste voor Shanghai. Onze aandacht was meer gericht op de kilometers in de ochtend, zodat er na het middaguur gelegenheid was voor een siësta. Toch wist reisgenote Frances vaak aardige binnenwegen te vinden langs landerijen en door dorpen en zo kon het gebeuren dat het beton ineens overging in een zandpad dat eindigde bij een snelweg in aanbouw.
De wegwerkers waren al voor zonsopgang op het tracé bezig. Frances vroeg ze naar de weg en we konden een stuk verder over nieuw asfalt dat bedekt was met reusachtige lakens.
In China maakt veel van het kleine verkeer gebruik van wegen in aanleg en dat is op vele plaatsen. De infrastructuur van dit land verandert dagelijks. Op de laatste dag voor Nanjing waaide er een verkoelende wind. Het was de voorbode van weersverandering. Op de brug over de Yangstse naar Nanjing kregen we een zware onweersbui over ons heen.
Bij een van de brugtorens konden we schuilen en dat duurde anderhalf uur.
Het verkeer over de brug stroomde even aanhoudend als de rivier eronder. Ik telde in vijf minuten 30 autobussen. De brug is van 1968 en Frances vertelde dat dit de eerste brug is die de Chinezen zonder buitenlandse hulp hebben gebouwd. Misschien dat ze wel wat buitenlandse hulp kunnen gebruiken, want het wegdek is aan vervanging toe. Probleem is dat veel water in de spoorrillen blijft staan en de fietsers en brommers geregeld op een drukgolf kunnen rekenen. Er waren nogal wat Chinezen op de duozit met een paraplu, maar de grote plens kwam van linksonder. Ook het plaveisel van het fietspad is erbarmelijk en dat terwijl de brug bijna vijf kilometer lang is. Aan de andere kant gingen we op zoek naar een hotel. Voor buitenlanders geen plaats, wist de politie Frances te vertellen. Voor hen waren slechts enkele hotels beschikbaar en uiteraard tegen hogere prijzen.
Vanuit mijn hotelkamer zag ik een reusachtig vrouwenbeeld dat ten hemel schreit. Het is een moeder met haar dode kind. Het staat voor een modern grijs gebouw waarop in het Engels staat “The Memorial Hall of the Victims in Nanjing Massacre by Japanese Invaders”.
Over de daders geen misverstand. De hal die ondergronds is, bewaart de herinnering aan de slachtpartij die het Keizerlijke Japanse leger in december 1937 in de stad heeft gehouden. De lijst van gruwelijkheden is lang en weerzinwekkend. Samenvattend: moorden, verminkingen, verkrachtingen en dat allemaal op grote schaal. Het museum, laat ik het toch zo maar noemen, laat alle aspecten ervan zien. Van de aanloop (Japan had in 1931 Mantsoerije bezet) tot en met de tribunalen die de oorlogsmisdadigers ter verantwoording riepen.
Het museum houdt het aantal slachtoffers in vele talen op 300.000. De foto’s en documenten zijn voorzien van drietalige teksten. Chinees, Engels en Japans. Een van de schokkendste foto’s vond ik die waarop Chinezen levend werden begraven. Van de soldaten die om de kuil staan hebben er twee hun handen in hun zakken. Net zoals er in Europa Auschwitz ontkenners zijn, kent Japan ook Nanjing ontkenners of mensen die op zijn minst de aantallen slachtoffers in twijfel trekken. In Japan bestaat een voorkeur voor het woord ‘incident’. Nanjing is nog steeds een open zenuw in de Chinees-Japanse betrekkingen. De bewogen geschiedenis van Nanjing beweegt nog steeds. In 2012 bracht een delegatie uit Nanjing een bezoek aan de vriendschapsstad Nagoya in Japan. De burgemeester relativeerde het Japanse optreden in 1937 en bevestigde dat een paar dagen later voor de pers. De vriendschapsband werd door de Chinezen verbroken. En dan is er de kwestie van de excuses. Die zijn wel door Japan uit gesproken, maar in Chinese ogen niet voldoende. Japanners moeten dieper buigen. Ze lieten liever Chinezen buigen om hun hoofd af te hakken om het maar eens cynisch en demagogisch te zeggen.
Nanjing betekent ‘zuidelijke hoofdstad’ en dat is ze voor dynastieën, koninkrijken en de republiek geweest. De stad is voor wie zich interesseert in de Chinese geschiedenis een eldorada.
Bovendien is het grootste deel van de stadsmuur bewaard gebleven en die heeft niet zoals in Peking, plaats moeten maken voor een rondweg. Mijn laatste bezoek was een het presidentiële paleis. Daar zetelde de eerste president van de voorlopige republiek: Sun Yat Sen. Later was Chang Kai Check aan de beurt. De communisten hebben China van hem “bevrijd” en Chang week uit naar Taiwan. De onderhandelingen voor de machtsoverdracht werden in een van de gebouwen gevoerd. Net als bij de Verboden Stad in Peking, wandelen de bezoekers over de centrale galerij die de gebouwen verbindt. In de gangen daarvan word je bijna door de opdringerige Chinezen gemangeld, terwijl in zijgebouwen stilte heerst.
Daar was ook een fototentoonstelling met Engelse teksten. Zo zag ik een fiets met een grote zak bankbiljetten aan het stuur die volgens de tekst niet voldoende waren voor een liter rijst. Net als Duitsland heeft China een hollende inflatie gekend. Dat was tussen 1945 en 1949 toen de strijd om de macht tussen Kuomintang en communisten het land verscheurde.
Terug naar de actualiteit. Morgen en de komende dagen ben ik in Suzhou, de stad waar Frances en haar man wonen. Daarna is het nog een kleine honderd kilometer naar Shanghai, dat ik al op de borden heb zien staan. Nominaal is de stad al bij me.
Volgens de Chinese maankalender is vandaag de herfst begonnen. Binnenkort hoop ik van het najaar over te stappen op de nazomer.