Pagina's

Rubrieken

Archief

Diversen

Twee steden tot besluit. Vijf dagen in Montevideo, twee in Buenos Aires, waar ik de cirkel van mijn Zuidamerikaanse toertocht sloot. Al bij de receptie van mijn hotel in de Uruguayaanse hoofdstad kreeg ik aanlokkelijke programma’s te zien voor uitstapjes naar Punta del Este en Colonia del Sacramento. Ook anderen wezen mij daar elders op. Probeerde ik met mijn beperkte woordenschat Spaans uit te leggen, dat ik het na 7000 km fietsen wel mooi vond, dan viel er even een stilte. Ja, maar… Elsschot schreef het al : Zwijgen kan niet verbeterd worden.

Mijn eerste zorg in Montevideo was het reserveren van een plaats op de boot naar de overkant in Argentinië. De VVV vertelde dat het boekingskantoor bij de haven was en ik moest de borden met ‘Buquebus’ volgen. De uitspraak van deze bootbus (‘boekeboes’) lijkt meer op een attractie in de Efteling, maar het is een heuse veerboot die de zee oversteekt. Iemand aan boord zou later tegen me zeggen dat we niet op zee (mar) waren, maar op een rivier (rio). Het estuarium van de Rio de la Plata is zo breed dat de boot er drie uur over doet.

Ik wilde die vijf dagen daar zo ontspannen mogelijk doorbrengen. Kuieren door de stad, elke middag een siësta voor de spijsvertering, stilstaan bij alles wat maar interessant was, mij inmiddels verheugend op wat ik ’s avonds aan spijzen en alcoholica naar binnen zou werken. Het hedonisme had me in zijn greep.

Mijn fiets stond veilig opgeborgen en op slot in een nis van de ondergrondse parkeergarage van het hotel en ik heb er nog drie keer gebruik van gemaakt. Het rijden zonder 25 kg bagage is een bijna fysiek genot. Dat is nog eens een andere ontlasting. Als ik bij mijn hotel linksaf sloeg, daalde ik af naar de zee, waarlangs over vele kilometers een boulevard loopt met een breed trottoir en later een fietspad dat begint bij een holocaustmonument. Het is gebouwd in 1994 op initiatief van de regering, maar toen de plannen ervoor nog moesten worden uitgewerkt, ging het in Uruguay economisch slecht en meer dan 40.000 joden emigreerden, het merendeel naar Israël. Van de nog 23.000 joden leeft 95% in de hoofdstad. Volgens de website van de CFCA (The Coordination Forum of Countering Antisemitism) wordt het momument geregeld met nazi-tekens beklad. De laatste keer op 10 februari jl. Naast de muur met symbolische breuk liggen er ook een paar rails in het gras. De wrange ironie wil, dat aan de overkant in Buenos Aires een zekere Ricardo Klement zich enkele jaren schuil hield, omdat hij vanuit Berlijn de treinen naar de vernietigingskampen had gedirigeerd: Adolf Eichmann.

Na een kleine kaapin de kustlijn volgt een seafront dat het cliché is van alle ‘gidsen naar de zon ‘. Hoge flats en hotels, een boulevard en een strand. Tegen het einde daarvan is het Museo Naval, het museum van de marine en daar heb ik naar een dvd van de Admiral Graf Spee (zie CEP 14).

Mijn tweede fietstocht ging naar de noorder begraafplaats waar de 36 bemanningsleden liggen die bij de Zeeslag van Rio de la Plata omgekomen waren. Allemaal jonge mannen tussen de 18 en 22 jaar. Eenvoudige kruisjes tot kniehoogte en neutrale teksten als ‘Zum Gedenken an die Gefallenen’. Hier was het dat commandant Langsdorff niet zoals anderen de rechter arm opstak, maar militair salueerde.

Bij de haven ligt prominent het anker van het voormalige slagschip. Alle passagiers van de grote cruiseschepen die de stad ingaan, lopen er langs. Op de parkeerplaats van het commando van de marine (armada) vond ik de scheepsbel van de Ajax, een van de Engelse oorlogsschepen die slag had geleverd met de Graf Spee.

Ik ben de dag voor mijn vertrek nog een keer naar het marinemuseum geweest en dat had ik beter niet kunnen doen. Terwijl ik naar een duitstalige documentaire keek, is mijn fiets met de Graf Spee ten ondergegaan: gestolen. Voor de aangifte ervan bij de politie hebben ze een prachtige naam: constancia de denuncia. Alleen al het feit dat de politie het twee keer niet nodig vond om foto’s van mijn fiets aan de aangifte toe te voegen, geeft weinig hoop.

Met slechts twee fietssleuteltjes als relekwieën in mijn bagage ben ik naar Buenos Aires gevaren. Ook daar ben ik naar een begraafplaats geweest. Met de metro. Op het Duitse deel ervan ligt Langsdorff. Dat er nog jaarlijks een herdenking plaats vindt op 31 december komt, omdat velen hun leven aan hem te danken hebben en der Langsdorff, der war sauber. Veel bemanningsleden zijn in Argentinië gebleven.

Mijn vliegtuig naar Madrid steeg pas na middernacht op. We volgden de kustlijn van Brazilië en heel langzaam zag ik verlichte steden onder ons door schuiven. Eén ervan had karakteristieke contouren en dankzij Google Earth weet ik dat het Florianópolis is, een zeer populaire vakantiebestemming die bij veel reisbureaus op de ramen geplakt is. Het is ook de stad waar de eerste collega-fietser vandaan komt, die ik op mijn tocht twee keer heb ontmoet, de laatste keer op Vuurland. Mijn fietstocht was nu echt voorbij en de bezorgdheid die sommigen hadden kan verdampen in het geheugen. Ik zal niet als een afgekloven Steve Fossett in Patagonië gevonden worden.

Het geheugen heeft de merkwaardige neiging om zo nu en dan de teugels van de ‘paarden van mijn wil’ (Roland Holst) over te nemen. Beelden van het plaatsje Cerro Sombrero op Chileens Vuurland, opgesloten door land en zee, duiken geregeld op en ik weet niet waarom. Ik had van dit vreemdsoortige oord nog nooit van gehoord, maar schrijft Jan van Nijlen, als je in zo’n plaats aankomt ‘dan is het doel bereikt, dan leert gij eerst wat reizen betekent voor de doolaards en de ware wijzen” (Uit Bericht aan de reizigers).

Jan Postema

Soest, 19 maart 2009

Tags:

Nog geen commentaren »

Nog geen commentaren.

RSS feed voor commentaren op dit bericht. TrackBack URL

Geef commentaar

Je moet aangelogd zijn om commentaar te plaatsen.