Pagina's

Rubrieken

Archief

Diversen

Over bruggen in de VS

Door Jan: 09/10/08

BRUGGEN

Er zijn beroemde bruggen in Amerika waar de mens niet alleen over wil, maar vooral op. Flaneren als op een boulevard. De brug als Selbstzweck. Op de Golden Gate Bridge van San Fran­cisco wandelen busladingen toeristen aan de ene en rijden fiet­sers aan de andere kant. Op de Brooklyn Bridge, de pendant aan de oostkust, kun­nen wande­laars rus­ten op parkbanken op de vlon­derbrug boven het autover­keer, waar ze verzekerd zijn van al­tijd vers aangevoerde uit­laatgassen. De planken daar rammelen onder je banden, een heel landelijk geluid. Over die plan­ken is een gele streep getrokken die voet­gangers en fietsers knus uit en bij el­kaar houdt.

Op beide bruggen ben je als fietser verwend, maar het is een toeristische luxe die elders ontbreekt. Vroeg of laat word je geconfronteerd met een bruggenprobleem, zodat er behal­ve een verhaal over een brug ook een brugverhaal valt te vertellen met de vraag: Kan ik met mijn fiets over de brug?

Ik begin aan de Mississippi bij Vicksb­urg. Deze stad lag in mijn route vanwege de Amerikaanse Burgeroorlog. Generaal Ulys­ses S.Grant nam haar na een belegering van 50 dagen en Lin­coln kon tevreden vaststellen dat de “Vader der Wateren” weer onge­hinderd naar zee stroomde. Er zijn daar twee bruggen: een nieu­we voor de snelweg en een oude voor de bejaar­de US 80. De eer­ste is als deel van de interstate verboden voor fietsers. Dus kies je de tweede. Die moet oorspronkelijk een tolbrug zijn geweest want de weg buigt met een s-bocht om ge­bouwen heen voor de toegang tot de brug. Daar staat echter te lezen No bicycles, No hitchhikers pedestrians. Ik overweeg even de Hollandse methode. Gewoon doorrijden en als iemand moeilijk doet, dan heb je niks gezien. Maar daar houden Ameri­kanen niet van. Ik stap dus maar even af en ga op zoek naar officials van de brug. Niemand in de burelen, wel geluiden uit de kelderver­die­ping. Trap af. In een klein vertrek zitten onderhoudslieden gebogen over een werktekening. Mijn probleem hoeft niet opgelost te worden, want het bestaat in hun ogen niet. Er kwam pas nog een bunch of bikers van de andere kant.

De brug heeft gelukkig een goed te berijden betonnen wegdek. Niet zo’n metalen rooster waarop je consequent voor je uit moet kijken om niet te duizelen van diepten onder je trappers. Het metaal heeft vaak ook nog groeven, zodat het moeilijk is om in balans te blijven. Om maar te zwijgen van regen, rukwinden en achterop komend vrachtverkeer. Als je op zo’n stalen brug wordt overreden ga je als een aardappel door een patatsnijder.

Hier is niets van dit alles. Ik ben de enige op de brug, stop nu en dan en geniet van de ruimte in de middagzon. Een oase boven het water. Een duwbakcombinatie groter dan een voetbal­veld schuift langzaam onder mij door en de geest van Mark Twain zweeft boven de wate­ren.

Op mijn tocht langs de oostkust nam ik een rustdag in New­port, Rhode Island. Ik bezocht de haven en zag hoe grote donkere kreeften met bandjes om hun scharen lagen gemuilkorfd in grote waterbakken. Lobsters on death row.

Zeer dominant staat de Newport Toll Bridge afgete­kend tegen de luch­t. Daar moest ik de volgende morgen overheen. Hier is geen Vicksburgs alternatief. Ik dacht de volgende dag bij de toe­gangsweg met mijn duim om­hoog te gaan staan. Bij de haven bleek een steigertje van een veerpontje naar Jamestown, een plaatsje op het eiland dat de monding van de baai in tweeën deelt.

De volgende morgen stak ik over met het pontje en fiets over Conanicut Island naar brug nummer twee. Een bord deelde mee dat ik de Verrazano-brug opreed, genoemd naar de Italiaan die daar in 1524 voet aan wal zette. De brug was recentelijk vernieuwd en bood ruim baan aan wande­laars en fietsers. Voor som­mige wandelaars zal het eerste bord worst wezen, want er volgde een tweede met Lonely, Depressed, Suicidal? Call Samaritarians en een telefoonnummer. De brug brengt je hoog boven het water. Wie hier de vierde stap van de climax zet, springt in het diep­ste diepe. Ik ga van trappen over op zachtjes remmen en zeil naar beneden en denk nog na over dat bord voor de ambulante in gees­telijke nood. Moet “Ongewenst zwanger?” er niet bij? Of komt die doelgroep alleen voor op Nederlandse stations? Met die vragen kom ik aan de overkant, meer als be­leidsme­dewerker van een consulta­tiebureau dan als mens.

Wie van de zuidpunt van Manhattan op de pont stapt naar Staten Island fietst even later in landelijk New York City. Heuvels, parken, akkers. Het is ongeveer even lang als Manhattan, zo’n 20 km, maar veel breder. Eén van de wateren erom heen heeft de komische naam Kill van Kull. Men zegt dat over die wateren om het hardst is gezeild om te be­slissen bij welke kolonie het eiland zou gaan behoren. Na verovering door de Engelsen op de Nederlanders (1664) claimden New York en New Jersey “Staaten Eylandt”. De hertog van York bepaalde dat het zou behoren bij de kolonie waarvan een burger als eerste het omzeilde in 24 uur. Dat deed de New Yorker Christopher Billopp.

Ik hoef niet om het eiland heen, maar erover en eraf. Ik ben al een heel stuk gevorderd langs de oostkant, als ik me afvraag hoe dat laatste kan. Zittend op een bank om wat te eten spreek ik een passerende fietser aan. Hij weet alleen zeker dat de noordelijke brug, de Goethals Bridge, een sidewalk heeft. Van de zuidelijke, de Outerbridge, weet hij het niet. Het is een heel eind om, als ik die “Koedels” neem. Ik waag het er maar op.

Op de parkeerplaats van de Bridge Authorities zet ik mijn fiets neer en beklim de trappen naar het brugkantoor. Ik sta voor een glazen wand en klop. Er komt een diender vermoeid achter zijn monitor vandaan. Hij doet niet open, maar vraagt luid Can I help you?

Hij lijkt op Flanders, de buurman van Bart Simpson. Snor en haar in model. Hij steekt zijn hand op en somt op zijn gespreide vingers de ver­keers-categorieën op die niet de brug op mogen: Pedestrians, bicyclists… Joggers… Horses…Hitchhikers…Inline skaters…

Ik begrijp dat ik een domme vraag heb gesteld.

Any alternate route…?

Domme vraag, domme man.

You Can Not Bike On The Bridge!

Ik druip af op zoek naar een strategisch punt voor een lif­t. Veel verkeer valt af vanwege mijn fiets. Alles wat glimt en glanst trouwens ook. Dan stopt er een gammele pick up voor het stoplicht. Ik schiet naar voren en vraag de chauf­feur of hij mij mee wil nemen naar de andere kant.

I’ll pull over, en hij wijst naar voren.

Ik haal de meeste tassen van mijn bagagedragers en de man zwaa­it mijn fiets in de laadbak tussen de opstaande rand en een roestig fornuis. We stappen in.

I’m Ed. I’m in the junk business en ik druk zijn knoestige hand. Ed met zijn vettige baseballpet en stoppelbaard zegt niet veel. Dus vertel ik wat over mijn tocht, een verbale tegenpres­tatie, en Ed zegt telkens Oh, really?

Zo rijden we door de lange zilverkleurige kooi die brug heet. Hij zet me in Perth Amboy op een parkeerplaats af en wijst:

Highway 35 is over there. Be careful.

Ed walmt weg en ik hang mijn tassen weer aan mijn fiets.

 

Jan Postema

December 1999

Tags:

Nog geen commentaren »

Nog geen commentaren.

RSS feed voor commentaren op dit bericht. TrackBack URL

Geef commentaar

Je moet aangelogd zijn om commentaar te plaatsen.