Pagina's
- Columns
- Cyclografie
- Cyclografie
- Duitsland
- Praktisch
- Beesten onderweg
- Dag op een ripio
- Fietsen in (grote) steden
- Kaarten
- Naar de weg vragen
- Overnachtingen in de VS
- Paklijst voor binnen en buiten
- Snelweg in Chili
- Stad in, stad uit
- Van blog naar boek
- Veiligheid
- Vliegtuig en fiets
- Vrachtverkeer en fiets (Argentinië)
- Weersomstandigheden (VS)
- Wegen en weggetjes
- Wegnummering
- Wet van de Rekkende Mijlen
- Wind op de pampa
- Recensies
- Amerika van oost naar west
- Auf einem blauen Elefanten
- Carsten Janz: Beinhart
- De Sleutel van Tsjechov
- De vloek van de goeroe
- Drie kameleons
- Edith en Annette
- Filosofie van de heuvel
- Pelgrimsfietsreis
- Rondje Noordzee
- Santiago de Compostela
- Vanaf mijn vakantiefiets
- Waar extreem doodnormaal is
- Weg van de wereld
- Reisverslagen
- Ciclista en Patagonia (01)
- Ciclista en Patagonia (02)
- Ciclista en Patagonia (03)
- Ciclista en Patagonia (04)
- Ciclista en Patagonia (05)
- Ciclista en Patagonia (06)
- Ciclista en Patagonia (07)
- Ciclista en Patagonia (08)
- Ciclista en Patagonia (09)
- Ciclista en Patagonia (10)
- Ciclista en Patagonia (11)
- Ciclista en Patagonia (12)
- Ciclista en Patagonia (13)
- Ciclista en Patagonia (14)
- Ciclista en Patagonia (15, slot)
- Ciclista en Patagonia (feiten, cijfers)
- Fietsen in China
- Fietsen in Helsinki
- Fietstocht Zuidoost-Azië (01), Vertrek
- Fietstocht Zuidoost-Azië (02), De vlucht
- Fietstocht Zuidoost-Azië (03), Hanoi
- Fietstocht Zuidoost-Azië (04), Hanoi Hanoi
- Fietstocht Zuidoost-Azië (05), Vinh
- Fietstocht Zuidoost-Azië (06), Hue
- Fietstocht Zuidoost-Azië (07), Vietnamees
- Fietstocht Zuidoost-Azië (08), Regenweek
- Fietstocht Zuidoost-Azië (09), Drama
- Fietstocht Zuidoost-Azië (10), Nha Trang
- Fietstocht Zuidoost-Azië (11), Round up
- Fietstocht Zuidoost-Azië (12), Saigon/HCM
- Fietstocht Zuidoost-Azië (13), Phnom Penh
- Fietstocht Zuidoost-Azië (14), Siem Reap
- Fietstocht Zuidoost-Azië (15), Buri Ram
- Fietstocht Zuidoost-Azië (16), Buri Ram 2
- Fietstocht Zuidoost-Azië (17), Vientiane
- Fietstocht Zuidoost-Azië (18), Luang Prabang (LPB)
- Fietstocht Zuidoost-Azië (19), Vientiane 2
- Fietstocht Zuidoost-Azië (20), Bangkok
- Fietstocht Zuidoost-Azië (21), River Kwai
- Fietstocht Zuidoost-Azië (22), Johan en Nok
- Fietstocht Zuidoost-Azië (23), Onlusten
- Fietstocht Zuidoost-Azië (24), Melaka
- Fietstocht Zuidoost-Azië (25), Singapore
- Fietstocht Zuidoost-Azië (26), Slot
- Het Noorden trekt (1)
- Het Noorden trekt (2)
- Het Noorden trekt (3)
- Lekker, rendier! (1)
- Lekker, rendier! (2)
- Lekker, rendier! (3)
- Lekker, rendier! (4)
- Lekker, rendier! (5)
- Lekker, rendier! (6, slot)
- Reis naar Finland
- Westwaarts: van Houston naar L.A.(1, Inleiding)
- Westwaarts: van Houston naar L.A.(2)
- Westwaarts: van Houston naar L.A.(3)
- Westwaarts: van Houston naar L.A.(4)
- Westwaarts: van Houston naar L.A.(5)
- Westwaarts: van Houston naar L.A.(6)
- Westwaarts: van Houston naar L.A.(7)
- Verhalen
Rubrieken
Archief
- juli 2018
- juni 2018
- mei 2018
- augustus 2016
- juli 2016
- juni 2016
- mei 2016
- oktober 2013
- september 2013
- augustus 2013
- maart 2010
- maart 2009
- februari 2009
- januari 2009
- december 2008
- november 2008
- oktober 2008
- mei 2008
Diversen
Van Bangkok naar Shanghai (10)
Door Jan: 23/06/16
De Chinezen verzetten bergen. Ze graven ze waar nodig af. Het duurt even, maar de berg verdwijnt. Nieuwe bergen komen er voor in de plaats: groepen woontorens met spitsjes die iets van een kasteel hebben. In alle grotere plaatsen hetzelfde beeld van kolossale flats en bouwkranen. De steden hier lijken erg op elkaar. Nanning was geen verrassing.
Toen we voor de overnachting afstapten was het al donker en de volgende morgen zaten we al voor zevenen op de fiets. We zijn er door heen gereden en dat was dan dat. Ik schat de afstand door de stad op 30 km. Peking voert een beleid van verstedelijking en meer dan de helft der Chinezen (60%) woont in urbane gebieden.
Toen we twee dagen ervoor in Qu Li aankwamen, was de slaapplaats een probleem. In het eerste guest house mochten geen buitenlanders vertoeven. De exploitant bracht ons naar een ander adres.
Daar konden we wel overnachten, maar we moesten wachten op de duisternis. De eigenaar had geen vergunning. Dus brachten we ruim een uur door in een restaurant er schuin tegenover. Het hotel lag naast een parkje met fitness toestellen waar velen zich ontspanden en men moet ons gezien hebben, want we zijn een kleurig stel bij elkaar. Ik vroeg me af of de hotelman niet bang was voor klikken bij de politie. De illegaliteit deed geen afbreuk aan het comfort. De kamers waren schoner en beter ingericht dan in hotels waar we waren mét vergunning.
Nu ik het over “we” heb, mijn eerste indrukken van de dames. We kunnen het goed met elkaar vinden en er is geen bemoeizucht. Op de kaart hoef ik niet te kijken, want Frances (36) raadpleegt haar i-phone en dankzij haar rijd ik ook op landelijke wegen waar ik anders niet gekomen zou zijn. Als ze geen ontvangst heeft, wijzen anderen ons de weg. Haar Engels is redelijk voldoende om me via haar met de anderen te verstaan. Ze gaan allen flink ingepakt op de fiets.
Wat ze onderweg kopen hangen ze in plastic zakjes aan hun stuur. Ook meloenen. Die kopen ze niet maar stelen ze van het land. Dat hoorde ik pas nadat… ik ervan gegeten had en dus medeplichtig was. Ach, vrouwenlist is nog steeds menigvoud. Of ik de volgende meloenen maar van het land wilde halen. Ja, ja.
Tijdens een onweersbui schuilden we in een dorpje, dat ik het Ossenwagendorp noem, want er sjokten vaak ossenwagens door de straat. We hadden nogal wat bekijks en ik was denk ik het nieuws van de dag. Er werd naar me gekeken en gewezen. Ik stak met een grote fles bier de straat over. Als dat nou het Westen moet voorstellen… Decadent! Enfin, het dorpswinkeltje, een schemerig hol, deed goede zaken.
Het aardigste dorp tot nu toe heet Yang Mei Gu Zhen. Je daalt een trap af naar de rivier waar enige scheepvaart op is. Er is ook een oude poort met opschrift.
Aan de kade liggen een paar salonboten waarop je kunt eten.
Kleine bootjes met allerlei nering liggen er tussen en dorpelingen komen aan de waterrand de was doen en de groentes afspoelen. Het dorp schijnt ook enige historische betekenis te hebben blijkens opschriften over beroemde Chinezen die er woonden. De markt begint al voor zessen en daar doen de dorpelingen hun boodschappen.
Er is enige vergrijzing en vooral oude kromme vrouwtjes vallen op. Het dorp mag zich verjongen, want Frances wees me op een spandoek die toestemming geeft voor een tweede kind.
Toen ik opmerkte dat die Chinese jongensvoorkeur op den duur demografisch slecht uitpakt en bovendien te weinig waardering geeft aan meisjes en vrouwen, zei ze neutraal dat na het eerste jongenskind er gelegenheid is voor een meisje. De feministe in haar was nog niet geboren.
Ik wilde van Frances wel eens weten of je een Han-Chinees van een Manchu kunt onderscheiden. Nee. Sterker nog, zij was zelf half-Manchu want haar vader is er een. De laatste keizerlijke Qing-dynastie kwam uit Manchurije in het noorden en de Manchu-mannen vielen op door hun half geschoren schedel en de lange vlecht. De Chinese tv toont tal van drama’s die zich in de Verboden Stad afspelen, tijdens die laatste Manchu-dynastie. Frances’ familienaam is Guan (“sluiten”) en die is net als Ma (“paard”) een echte Manchu naam. Het gaat wel om een verchineesde naam, want de lijst van Manchu-clannamen op het internet ziet er heel anders uit. Pan, Nisa, Ergonote, Urgunkele. Vele lettergrepen.
Het bergland van Guangxi is me tot nu toe meegevallen. De bergen van Laos en Vietnam zijn een goede voorbereiding zijn geweest. De binnenwegen hier hebben het nadeel dat ze maar op en neer gaan met korte, maar zeer steile hellingen, terwijl het wegdek soms slecht is. Daar staat weer tegenover dat de vallei tussen Chongzuo en Qu Li buitengewoon mooi was. We reden na de onweersbui de opklarende lucht tegemoet, er was wat afkoeling, we daalden geleidelijk en de bergen lichtten op in de namiddag zon.
Deze woorden schrijf ik in Bin Yang, een stad ten noordoosten van Nanning. Over een paar dagen ben ik alweer op de helft van mijn reis na 2500 km. De volgende grote stad is Liuzhou en dan komt Guilin in zicht waar we het bijzondere berglandschap gaan bekijken.
Bin Yang, Guangxi, China, 23 juni 2016
Van Bangkok naar Shanghai (9)
Door Jan: 17/06/16
Op vrijdag 17 juni ben ik na passage van de grens door vier Chinese vrouwen verwelkomd. Twee van hen ken ik van vorige tochten. Met zijn allen hebben ze drie dagen in de trein gezeten om van Suzhou (bij Shanghai) naar de grensplaats Pingxiang (provincie Guangxi) te komen. Ze rolden bij de poort van de Friendship Pass een groot spandoek voor me uit en schonken me een vlag met “Helan Laowai Jan” (Nederlandse vreemdeling).
De jongste van het stel, Frances, spreekt Engels en door haar heb ik met haar moeder, Claire in de afgelopen jaren contact kunnen onderhouden. Omdat Chinese namen altijd leiden tot gestuntel in de mond van westerlingen heb ik de twee andere dames ook een naam mogen geven. Anna en Monica. De naam Simone werd afgekeurd, misschien om dat si “dood” betekent. Claire heet eigenlijk Wei Gui Xiang en met de juiste toon en karakters is haar roepnaam “welriekende laurier”. Ook de naam van de stad waar ik nu overnacht spreek ik volgens Frances verkeerd uit. Op mijn manier betekent het “koelkast”, terwijl je de eerste en derde toon moet gebruiken…Vanavond gaan we na het eten in het hotel een “conference” houden over de tocht die we samen gaan maken.
In Vietnam ben ik met plezier geweest. Het is er rommelig, maar gezellig. Over leuke contacten hoefde ik me niet te beklagen. Vanwege het taalprobleem zijn die vaak simpel, maar voor een goede verstandhouding hoeft het niet in de weg te staan. Het gebeurde geregeld dat iemand zijn onderarm naast de mijne hield. Die was wel erg bruin! Stroopte ik mijn korte mouw wat op, dan zagen ze de huidskleur die ze verwachtten. Ook mijn benen kregen vaak aandacht. Schoof ik mijn broekspijp wat op met een ondeugend ooohh…, dan was het lachen alom. Op de hete dagen trek ik in de eethuisjes mijn schoenen en sokken uit. De blikken naar onder mijn tafeltje bevestigen dat ik de man ben met de witte voeten. Overigens is een blanke of blankere huid hier een waarde. Ik heb de indruk dat vooral jonge vrouwen en meisjes met een paraplu in de felle zon beducht zijn voor het verdonkeren van hun huid en graag hun waarde op de huwelijksmarkt willen behouden.
Vlakbij het oude stadskwartier van Hanoi ligt een meer met parkdelen eromheen waar de bewoners van de stad zich ontspannen.
Ook westerlingen doen dat en zodra je even zit, komen er al gauw meisjes naar je toe om Engels te oefenen. Eentje had in haar aantekenboekje een lijst met vragen gemaakt zoals Waar kom je vandaan? Wat vind je van Vietnam?, enz. Het is soms aandoenlijk. Als ik vertel dat ik met mijn “xe dap” door hun land fiets, komt er beweging in de conversatie.
Minder aardig zijn de Vietnamezen voor de varkens. Op weg naar de grens passeerden me tal van vrachtwagens met drie volgeladen etages. Met het gekerm en de poten die buitenboord hingen, was wel duidelijk dat de rit geen pretje was. De beesten zagen er erg rood uit. Ik kwam ook voorbij aan een losplaats. Er was geen gebouw dat een slachterij deed vermoeden. Ze werden dacht ik even gelost om bij te komen, wat te drinken en te slobberen en wat rond te knorren, maar er was een afgrijselijk geschreeuw.
Ze werden geforceerd gevoed. Een slang werd door hun strot geduwd en de voedingsinfuus was snel in de maag geleegd. Volgende. Eén varken had de hitte en de dorst niet overleefd. Het beest werd op het beton open gesneden en ik zal de lezer de details besparen. Zo gaat dat hier in Vietnam.
Van Bangkok naar Shanghai (8)
Door Jan: 10/06/16
Eerst maar wat feiten. Op 9 juni ben ik aangekomen in Hanoi. De reis die op 8 mei begon, heb ik afgelegd in 24 dagetappes. 1730 km. Door de bergen en de hitte blijft mijn geplande gemiddelde wat achter. Ik houd de kalender en de landkaarten goed in de gaten.
Behalve claxonneren is inhalen ook een Vietnamese hobby. Ook in onoverzichtelijke bochten. Daar heb ik als tegemoet komend fietsertje mee te maken. Het gevaar zit niet bij de eerste inhalende auto, maar bij de tweede er achter die mij nog niet heeft gezien. De talloos kleine bussen die tussen Dien Bien Phu en Hanoi pendelen hebben altijd haast, maar als ze een klant zien, vinden ze het heel gewoon dat andere voertuigen daar ook voor moeten stoppen. Tussen al die personen- en vrachtauto’s door krioelt de meerderheid van het verkeer: de brommers. Een brommer is in het Vietnamees “xe may” en een fiets is een “xe dap”.
“Deze auto biedt ruimte voor het hele gezin” lees je wel eens in reclame. Dat kun je ook voor de duozit van de brommers zeggen, want vader, moeder en twee kinderen zitten samen op één brommer. Diezelfde brommer kan ook een kleine vrachtwagen zijn. Vietnamezen, en Aziaten in het algemeen, zijn ware cargadoors en ze gaan tot het uiterste. Boomstammen, rijstzakken, kippen, varkens, afvaltonnen, staaldraad, bierkratten, dozen het gaat allemaal achterop. Dat maakt de brommer een stuk breder en het andere verkeer moet dus meer uitwijken. De lading moet in balans blijven en de rijder wordt een evenwichtskunstenaar. Acrobatisch brommen. De laadcapaciteit kan worden uitgebreid met een aanhangwagentje.
De Noord-Vietnamees die het zich kan veroorloven woont in een smal, hoog stenen huis met een paar etages, met kitscherige zuiltjes en zoete kleuren en met een groot watervat op het dak. Veel Vietnamezen wonen aan de straat en de voorgevel is een rolluik of hekwerk dat ’s avonds dichtgaat. Op het stuk grond voor de deur stallen ze wat kleine handelswaar uit onder een parasol waar de hond graag ligt, de kinderen spelen in de woonkamer waar de brommer staat geparkeerd tegenover de rustbank en de tv gaat pas uit als het gezin naar bed gaat of in de hangmat kruipt. Om vijf uur kraaien de hanen, denderen de eerste vrachtwagens door de straat en een uur later is de nieuwe dag weer begonnen.
In de berm van de weg ligt het geld voor het oprapen. Briefjes van 500.000 dong met Ho Chi Min, maar ook biljetten van honderd dollar met de beeltenis van Benjamin Franklin, u weet wel die Amerikaan die tijdens een onweer een vlieger opliet. Het geld is verwaaid van graven waar het in stapeltjes was bijgelegd voor de laatste reis van de overledene. Dat Amerikaanse namaakgeld laat zien dat ook de reisbureaus in het hiernamaals de verschillende valuta’s op hun waarde weten te schatten.
In het oude stadsdeel van Hanoi kom ik bij van de vermoeienissen. Veel eten, slapen, rondhangen. In de nauwe straatjes hier kuieren veel westerse toeristen. Groot, weldoorvoed en soms blond. Gisterenavond werd naast me een kleine pezige man door een jonge Vietnamese vrouw bij zijn kladden gepakt. Hij probeerde zich los te rukken en hield zijn roofwaar hoog boven zich. De vrouw sprong op, griste haar portemonnee uit zijn hand, controleerde snel of de inhoud klopte en liep door. De zakkenroller was alweer weg. Hij droeg een groen T-shirt.
Hanoi, Vietnam, 10 juni 2016
Van Bangkok naar Shanghai (7)
Door Jan: 04/06/16
Vietnam is een rijstland. Twee maal per jaar oogst. Op weg naar Son La fietste ik door dorpen waar de eerste oogst van het jaar werd binnen gehaald. Voor de huizen aan de straat lagen allerlei stukken zeil waarop de gedorste rijst was uitgestrooid. Met een soort grote waaier werd kaf en stof weg gewapperd, waarna het zeil aan de punten werd opgepakt om de rijst op te hopen en in zakken te scheppen. Hele dorpen waren er mee bezig.
Rijst is een bewerkelijk gewas en het zwaarste werk, het uitzetten van de jonge plantjes en het oogsten, is het werk voor vrouwen.
Handwerk dat uren, dagen vergt. Het dorswerk lijkt meer voor de mannen. De vrouwen dragen de rijstplanten aan en een man duwt ze in de dorsmachine en geeft bevelen. Op veel velden worden bundels rijstplanten tegen een schuin bord geslagen. Ook dat doet een man. In sommige sawahs rijdt wel eens merkwaardige ploegmachine door de modder, maar opvallend is dat er hier in het algemeen veel handwerk wordt verricht. Wanneer wij zeggen dat voor een gebouw de eerste spade in de grond wordt gestoken, dan kan dat ook de reusachtige schop zijn van een graafmachine. Bij een belangrijk bouwwerk is er dan een hotemetoot die in de cabine wat aan handles mag trekken. Gestoken in werkpak en met een fel kleurige helm op het hoofd is dat goed voor de pr. U weet wel, de burgemeester die de handen uit de mouwen steekt. De eigenlijke machinist zorgt ervoor dat zijn geëerde “collega” geen domme dingen doet. Hier in Vietnam staat al gauw een tiental mannen met de echte spade in de grond te wroeten.
De mooiste landstreken van Vietnam vind ik de dalen met de rijstvelden. Al die prachtige tinten groen, de kleine walletjes tussen de velden die merkwaardige patronen laten zien, de dorpjes erachter aan de voet van de berg.
Het ziet er zo idyllisch uit. Vooral op een afstand. Als passant heb ik de neiging om het lieflijke erin te zien, maar het mooie resultaat dat zich voor je uitstrekt is product van hard werken van vele jaren. Er zullen wel eens conflicten zijn over grenzen, erfenissen, eigendom, waterrechten, e.d., maar daar ben ik niet bij. Wat er van de rijstplant overblijft, het stro, is voer voor de buffels, maar het meeste wordt op het land verbrand. Tientallen rookpluimen stijgen op en ’s avonds op je overnachtingsadres ruik je het aan je kleren.
Die rookpluimen kun je nog op grote afstanden zien en dat wisten de indianen (native Americans) natuurlijk, al lijkt me het signaleren ermee als de lucht in beweging is een probleem. Daar zal Winnetou wel een oplossing voor hebben gehad.
Er zijn hier in Noord-Vietnam vrouwen die kleurige doeken op het hoofd dragen. Onder de doek zit een knotje bijeen gehouden door een netje. Zij behoren tot de Thaïs en zelfs als ze op hun brommer zitten zijn ze te herkennen. Die helm komt bovenop het knotje en staat hoog op hun hoofd. Mocht hun in het verkeer iets overkomen, dan altijd mét dat knotje. De Thaï-mannen kan ik niet herkennen. Voor mij zijn het Vietnamezen.
Bij de receptie van mijn hotel liet ik mijn foto’s van de dames zien. Het knotje duidt erop dat de vrouw getrouwd is. Vietnamees-Thaïs idioom: een vrouw onder het knotje brengen (huwen).
Vietnam kent meer dan vijftig minderheden. Dat maakt het voor buitenstaanders erg ingewikkeld. Nog lastiger zijn de Thaïs voor Engels-taligen want er zijn White and Black Thaïs… De Amerikanen maakten het heel simpel: communisten en niet-communisten. Deze Thaïs horen volkenkundig wel tot die van Thailand en de Laotianen, maar hebben hun eigen geschiedenis. Al in de 7de en 8ste eeuw kwamen ze afzakken uit Yunnan. Toen de nazaten van Clovis over Europa heersten en Karel de Grote nog ver achter de horizon zat, vestigden ze zich hier al. De streek is die tussen Son La en Hao Binh. Staatkundig Vietnamees, maar etnisch Thaïs. Je kunt dus wel zeggen dat ze inheems zijn.
Ik geloof dat het verstandig is om langzamer te fietsen door de dorpen. Zeer velen groeten naar me. Gezinnen aan het ontbijt, bouwvakkers op stellages, handelaars aan de weg, noem maar op. Ze roepen en zwaaien naar me als een oude vriend. Ik moet goed opletten. Ik voel me als heer Tiennoppen in een verhaal van Harry Mulisch en niet groeten zou de wereldgeschiedenis vervalsen. Wat sommigen aan Engelse taalkennis hebben roepen ze me toe. Thank you. Hello. Good bye en zelfs good night in de morgen. Toen ik Dien Bien Phu uitreed was er een meisje dat telkens met haar elektrische brommer stilletjes in mijn buurt bleef. Ik stopte even voor een slok cola en daar stond ze vlak achter me. Ze wilde me per se een fles koud water aan bieden. Ik nam die dankbaar aan en ze reed terug naar Dien Bien Phu.
Son La, Vietnam, 4 juni 2016
Van Bangkok naar Shanghai (6)
Door Jan: 01/06/16
Een paar dames heb ik wel gezien, maar of het Eliane, Huguette of Anne-Marie was weet ik niet. Ze liggen hier gewoon maar te liggen. De Fransen hadden de heuvels rond Dien Bien Phu meisjesnamen gegeven.
Er werd gezegd, gefluisterd, dat het namen waren van de geliefden van een bevelhebber. Die namen hebben in 1954 niet geholpen. Generaal Vo Nguyen Giap, de held van Dien Bien Phu (DBP), wist handig gebruik te maken van de heuvels die het Franse garnizoen omringden en dat leidde tot de Franse nederlaag en het einde van de koloniale tijd in Indo-China. Dien Bien Phu is een pijnlijke naam in de Franse geschiedenis.
U begrijpt, ik zit in Noord-Vietnam. De weg er naar toe verliep wat anders. Een deel van de route heb ik per boot afgelegd.
Vijf en een half uur in een ranke schuit met afdakjes die me van Nong Kiau over de Nam Ou naar Muang Khoua bracht. Een tocht door de jungle uit natuurfilms. De hele vegetatie verdringt zich in de groei naar het licht. De rivier is vrij ondiep maar het vaartuig met weinig diepgang hobbelde met gemak door de stroomversnellingen en wist rotspartijen handig te mijden. We waren met 14 mensen aan boord die op verschillende plaatsen afstapten.
Ik was de enige die in Muang Kioua zou uitstappen.
De volgende dag fietste ik naar de Vietnamese grens en dat kostte me 25 km klimmen. Toen ik vooroverboog bij het Laotiaanse grensloket had ik weinig puf om veel weerstand te bieden. De jonge beambte zei dat ik “overtime” was. Ik protesteerde, want ik was een week op het stempel in mijn paspoort vooruit. Toen werd de 10.000 kip een “fee” voor iedereen en ik was weer overtime. Ik denk dat de bijklussende grensman aan het sparen was voor een auto. Aan de grens dacht ik te kunnen overnachten, maar dat ging niet. Na de Vietnamese grenscontrole was het nog 34 km naar Dien Bien Phu. De schemering begon. De smalle weg met slecht plaveisel ging bijna helemaal naar beneden. In het dal was het donker. Tropisch pikdonker. Nog 15 km… Ik besloot een pickup rijder aan te spreken. Een jonge man die voor een vergoeding mij wel naar DBP wilde brengen. Het werd een dollemansrit. Met de geluidsgolf van zijn claxon dreef hij iedereen opzij, terwijl hij knipperde met zijn lichten en een paar keer telefoneerde. Zo beleef je nog eens wat.
Mijn eerste lichamelijke contacten met Vietnamezen waren al voor de grens. Ik stond even uit te hijgen op de helling naar de grens. Twee Vietnamese truckrijders gingen links rijden en stopten bijna om mij een high five te geven. Vandaag in DBP op weg naar het museum kreeg ik een klap op mijn rug. Een man eruit ziend als een dakloze vond dat nodig. Op de terugweg stond hij ineens weer voor me. Weer een klap en door liep meneer. Was dit om de geschiedenis te wreken?
Het museum in DBP zit er mausoleumachtig uit. Het hoofdgebouw is gewijd aan Vo Nguyen Giap de held die in de honderden foto’s een welhaast goddelijke status krijgt. Hij ontmoette vele beroemdheden: Fidel Castro, Breznjew, Mao. Achter het ronde gebouw foto’s en materialen over de strijd die zo’n twee maanden duurde. Je zou kunnen zeggen dat de Fransen veel pech hebben gehad, maar evenzeer dat ze over de voorbereiding van de Vietnamezen slecht geïnformeerd waren. De Franse inlichtingendienst klungelde maar wat. Dat werd de Fransen uiteindelijk fataal. De aanvoer vanuit de lucht werd onmogelijk doordat de Vietnamezen heimelijk hun geschutstukken op de hellingen rond de Fransen hadden geplaatst. Uiteraard zijn de teksten bij de foto’s ideologisch gekleurd. Er zijn ook beelden van demonstranten in Parijs tegen de “sale lutte”. Franse vliegtuigen heten steevast “colonialism airplanes”. Er is een wrange overeenkomst met WO I: de loopgraven die door hevige regenval veranderden in modderpoelen.
De strijd van deze Eerste Indo-Chinese oorlog zette de onderhandelingen in Geneve onder druk en legde de basis voor de volgende die we de Vietnamese oorlog noemen. Noord-Vietnam werd onafhankelijk en in Zuid-Vietnam onder de 17e breedtegraad zouden in 1956 verkiezingen komen. Dat gebeurde niet. De Zuid-Vietnamezen wisten zich gesteund door de VS. Nixon nam de oorlog over van Kennedy en hield vol dat de Amerikanen tenslotte een ‘peace with honor” hadden bereikt.
Er is een foto van vice-president Nixon die Vietnam bezoekt om de Franse soldaten een hart onder de riem te steken. Dat was in november 1953. Hij moest eens weten…
Dien Bien Phu, Vietnam, 1 juni 2016