Pagina's

Rubrieken

Archief

Diversen

Santiago de Compostela

Door Jan: 17/03/12

Gerard Staals: On the Road. Een odyssee per fiets naar Santiago de Compostela.

34 kleurenfoto’s, routekaarten, pak- en uitrustingslijst, overzichten logiesgelegenheden, afstanden, kosten en pelgrimsstempels. 302 blzz., uitgave in eigen beheer, € 25,45 (incl. verzendkosten).

P1020874 (Large)

On the Road is het product van ijver en het enthousiasme van een beginner. Het was Staals’eerste fietstocht en hij hield een dagboek bij in zijn notebook. Daaraan is kop en staart toegevoegd, proloog en epiloog. Elk dagverslag heeft een titel met een gecursiveerd citaat waarmee het op een hoger niveau wordt gehesen en zich kan onderscheiden van het vele dat er al over geschreven is. Staals heeft zich bij de voorbereiding ook literair laten inspireren. Zijn reis in 2010 is een “odyssee”: Ithaka is zijn huis in Limburg, zijn vrouw wordt Penelope, zijn zoon Telemachus, enz. Homeros schreef de eerste “road novel”. De zeereis gaat over land. De tweede leidende bron is Jack Kerouac’s On the road, waarvan de titel is overgenomen. De derde inspirator is St. Jacob himself die samen met Poseidon als syncretistisch paar apart de wisselvalligheden op de fietstocht bepalen. Dat alles geeft het reisverhaal samen met de wetenswaardigheden een meerwaarde. Onderweg werd ook het tweedelige “Oude wegen” van Clemens Sweerman geraadpleegd. Overigens zou een lijstje van geraadpleegde bronnen en de vertaling van de Franse en Spaanse citaten nuttig zijn.

Staals fietste samen met een vriend, maar het boek staat grotendeels in de ik-vorm wat de suggestie van “de eenzame fietser”versterkt. Omdat hij af en toe toch met “we” schrijft, gaat de vorm wat wringen. Enkele malen stelt Staals zich de vraag naar de zin van de tocht en het is aannemelijk dat hij daarover ook met zijn fietskompaan heeft gesproken. We lezen het niet.

Het boek toont een soort registratiedrang. Persoonlijke reisdagboeken hebben ook een geheugenfunctie: je kunt terug vinden, waar, wanneer, hoe laat iets was, hoe iets of iemand heette ed. Daar lijkt het met dit boek ook op. De namen van steden, dorpen, kerken, straten, pleinen, etablissementen lopen in de honderden. Het dagboekpatroon heeft ook tot gevolg dat er herhalingen optreden bij de beschijvingen van het weer, het gezweet op hellingen, het “scoren van de tampon” (stempel op de pelgrimspas), de samenstelling van de maaltijden, enz. Misschien is hiervoor een literaire verklaring. Net als Kerouac smeet Staals zijn flow van gedachten en associaties in zijn notebook.

Zoals bij de meeste reisverslagen zijn de ontmoetingen onderweg het interessantst. Een merkwaardig stel van pelgrims passeert de revue en soms zou je wel wat meer willen weten. In dit verband rijst de vraag: Hoe verhoudt Staals zich tot vrouwen? De beheerster van een Acceuil Pélerins heet, omdat ze misschien niet zo vriendelijk is en bij wie de voorzieningen “vooroorlogs “ (sic) zijn, “een oude Duitse kampbewaakster” om op de volgende bladzijde gepromoveerd te worden tot “Frau Kee Nau”. Twee oudere pelgrimsvrouwen zijn “rimpelratten” met hun “60+ vellen”. Aantrekkelijke jongere dames krijgen het predikaat ”poes”. Op een slaapzaal “duikt blonde Ingrid in het stapelbed naast dat van mij. Laat de nacht maar komen” (211). Ook op dag 22 (“Zonder vrouwen naar bed in Hotal Hispano II”) zal er geen steamy night zijn en verzuimen de heren een ware pelgrimsdaad. Staals beschrijft verdienstelijk hoe ze soms met hun vermoeide lijf naar een overnachtingsplaats moesten zoeken. Als ze in Najera net een laatste kamer hebben weten te bemachtigen, wordt twee vrouwen met loodzware rugzakken de deur gewezen. De mannen hebben op hun kamer nog twee vrije bedden, die ze de dames niet aanbieden. Later op de avond staan onze mannen een derde persoon op hun kamer toe. De verhoopte “verlate pelgrimeuse of zelfs Miss Costa Blanca” blijkt een Spaanse mountainbiker…

Wie van plan is naar Santiago te fietsen of dat al gedaan heeft, zal met belangstelling het boek ter hand nemen. De massaliteit van de pelgrims, vooral op het Spaanse routedeel, en de hele rimram eromheen met bizarre trekken staat goed beschreven. Zo kan dit boek als voorbereiding al “de reis zelf zijn” en voor de terugblikkers een feest der herkenning.

 

Tags:

Nog geen commentaren »

Nog geen commentaren.

RSS feed voor commentaren op dit bericht. TrackBack URL

Geef commentaar

Je moet aangelogd zijn om commentaar te plaatsen.