Pagina's

Rubrieken

Archief

Diversen

Fiets en bel

Door Jan: 23/07/09

Fiets en bel

In de jaren ’50 zong Max van Praag (1913-1991) een liedje met het bekend geworden refrein: “Als ik tweemaal met mijn fietsbel bel, nou dan weet je het wel, nou dan weet je het wel”. Het gaat alweer over de liefde. De liefde die vertedert en verteert. Een middelbareschooljongen fietst langs het huis van het meisje op wie hij verliefd is en geeft zijn heimelijke teken, want meisjes moeder ziet hem niet zitten. De techniek is verouderd. “Als je tweemaal mijn ringtone hoort, weet je echt wel wat er gloort”,  zullen we nu maar zeggen.

Ik pingping ook wel eens met mijn fietsbel. Door ervaring wijs geworden bel ik met beleid, want dan weet ik het wel. Als ik fietsers op een fietspad wil inhalen, gaan ze in de meeste gevallen braaf opzij. Ik passeer en hervat mijn ritme. Maar het gaat ook wel eens anders.

Bij jongens met hun testosterongedrag komt bijna altijd commentaar. Ik vermoed dat ze een fietsbel maar een lullig, braaf ding vinden. Iets voor bejaarden met een grote spiegel aan het stuur. “Hallo jongens, ik wil er effe langs” werkt eigenlijk prettiger.

Met sommige ouderen is er een ander probleem. Bel ik te vroeg dan horen ze je niet, bel je te laat dan schrikken ze, gaan slingeren, kijken om, manoeuvreren daardoor naar links en pas als de adrenaline is gezakt en de orde teruggekeerd, ben je in de gelegenheid voorbij te trappen.

Toch zijn er die jou als aankomende passant eerder waarnemen dan je belt. Daarbij valt me wel eens op dat meisjes en vrouwen waakzamer zijn dan jongens en mannen.

Er vallen ook wel eens woorden. Toen ik eens door de bossen van de Lage Vuursche naar Hilversum reed, belde ik voor een forse man die midden op het fietspad liep. Hij schrok zichtbaar en schoot in een reflex naar rechts. Ik was al bijna honderd meter verder toen hij van de schrik bekomen was en schreeuwde “Ken je nie eerder belle!”

“Nou heb  ik het zeker weer gedaan! riep ik achterom.

En hij: ” Kom es hier klootzak, ken je een ram voor je harses krijge”.

Ik ben op die uitnodiging maar niet ingegaan.

Ergens tussen Wesel en Duisburg fietste ik langs een kanaal op een niet al te breed, maar wel lang fietspad. Ik had een groepje dames voor me. Toen ik het pelotonnetje genaderd was, aarzelde ik even. Bellen of wat zeggen? Ik koos voor het tweede. Immer höflich sein, daar zijn ze in Duitsland wel gevoelig voor.

“Entschuldigung, Entschuldigung!”

Als ik de eerste vrouw voorzichtig voorbijga, hoor ik op berispende toon:

“Haben Sie keine Klingel?”

“Habe ich”

“Dann sollen Sie klingeln!”

Hoe ben je adrem in het Duits? Nog steeds weet ik niet wat ik daarop had kunnen zeggen. Zou dit nou typisch Duits zijn? Ordnung musz sein of zo? Ik houd het er maar op dat deze vrouw op grond van haar opmerking de onbedwingbare behoefte manifesteerde de cyclotouristische orde in goede banen te leiden.

Een zeurwijf, auf Holländisch.

(Soester Courant 22 juli 2009)

Tags:

Nog geen commentaren »

Nog geen commentaren.

RSS feed voor commentaren op dit bericht. TrackBack URL

Geef commentaar

Je moet aangelogd zijn om commentaar te plaatsen.