Pagina's

Rubrieken

Archief

Diversen

Koersbroek en creditcard

Door Jan: 21/07/09

Van 1998 tot 2007 maakte de Duitser Carsten Janz een fietstocht om de wereld waarbij hij meer dan 100.000 kilometer aflegde. Hij beschreef zijn ervaringen in een boek: ‘Beinhart; in 3300 Tagen mit dem Fahrrad um die Welt’. Het boek leest als een roman, want de spanning is soms te snijden en je verbaast je erover, dat hij het er levend heeft afgebracht. Omdat hij van ene naar het andere continent moet vliegen, moet hij ook zijn fiets bij de incheckbalie voor vervoer aanbieden. Wat is het toch merkwaardig, schrijft hij, dat alle luchtvaart-maatschappijen een goed ontwikkeld computersysteem hebben voor allerlei soorten bagage, maar dat je voor het vervoer van een fiets overgeleverd ben aan willekeur. Hij geeft een voorbeeld dat zo aan het werk van Franz Kafka kan worden toegevoegd. Een baliemedewerker in Hongkong laat zich ontvallen ‘You cyclists are a pain in the arse’.

Je zou die opmerking kunnen verklaren uit de wel zeer lastige vorm en afmetingen van de fiets, maar dat is onvoldoende en naïef. Die fietsers reizen low budget, zijn geen big spenders en allesbehalve glamorous. Ze komen niet aan op het vliegveld met witte limousines, eigen chauffeur en livreiers, maar duwen een merkwaardig zootje gore tassen voor zich uit en vragen met hun ongeschoren kop ook nog om een doos. Kortom, ze hebben geen status die past in de wereld waar alles state of the art moet zijn.

Iets dergelijks heb ik ook vaak ervaren bij hotels die zich bijziend staren op hun eigen sterren. Het begint er al mee dat je je fiets niet tegen het glimmend marmer naast de draaideur mag zetten. Daarmee wordt het hotel een pestlijder met een open buil en dat stoot klanten af.

Bij de receptie krijg ik afgemeten blikken naar mijn bezwete lijf in T-shirt en koersbroek. Ik wacht rustig op mijn beurt, maar word genegeerd als later komende gasten worden aangesproken. Ik leg mijn creditcard op de desk, want dat wil wel eens effect hebben. De receptionist verricht beleefd alle handelingen, maar zijn beroepsmatige vriendelijkheid komt pas, als je een half uur later gedoucht en fris gekleed de trap af komt. Je metamorfose wordt goedgekeurd met ‘Hello, how are you?’, maar in mijn gedachten klinkt het vierletterige f-word.

In het Chinese Dalian kwamen twee hoteljongens naar buiten om mij weg te bonsjoeren. Maar toen bij de receptie bleek, dat ik een aankomende klant was, kregen ze de opdracht om mijn bullen naar de kamer te brengen. De hotelmanager sloeg door naar de andere kant door mij tot twee maal toe een bloemstuk op mijn kamer te laten brengen.

Even komisch als lastig is de pavlov-reactie bij de receptie als je vraagt waar je de fiets kunt stallen. Een fiets, tsja, dat is net als een auto een vervoermiddel, dus die moet op de parkeerplaats. Die kan ondergronds zijn of een paar blocks verder. Dan moet je de simpelste dingen gaan uitleggen, dat het voor jou geen optie is. Het is laat en donker en je bent moe! Onzekere baliemedewerkers gaan hogere echelons bellen en dat werkt meestal niet in je voordeel. In het ene hotel vinden ze het heel gewoon als je de fiets op je kamer zet, in het andere is het voorstel alleen al een bijna persoonlijke belediging.

Met weemoed denk ik terug aan het Chinese hotel in Langfang nabij Peking, waar de receptionistes zich ontfermden over mijn fiets als was het hun eigen kind. Ze parkeerden hem achter de receptie, deden er een extra slot op en bij vertrek bleek dat iemand even een poetsdoek had gebruikt. In het land der eetstokjes is je fiets soms koning.

 

 

Tags:

Nog geen commentaren »

Nog geen commentaren.

RSS feed voor commentaren op dit bericht. TrackBack URL

Geef commentaar

Je moet aangelogd zijn om commentaar te plaatsen.