Pagina's

Rubrieken

Archief

Diversen

Feiten en cijfers

De tocht in Zuidoost-Azië heb ik gemaakt met Aggie Brinkmann (uit Katwijk). De reis begon op 9 december 2014 en eindigde op 22 april 2015.
De eerste etappe maakten we vanuit Hanoi (Noord-Vietnam) op 13 december. De laatste etappe (de 85ste ) was van Johor Bahru in het zuiden van Maleisië naar Singapore waar we op 16 april aankwamen.
We doorkruisten zes landen en reden van
Hanoi naar Vinh, Hué, Danang, Quang Ngai, Qui Non, Nha Trang, Saigon, Trang Bang (Vietnam)
Svay Rieng, Phnom Penh, Siem Reap, Sisophon (Cambodja)
Aranya Prathet, Buri Ram, Khon Kaen, Udon Thani (Thailand)
Vientiane, Vang Vieng, Luang Prabang, met een bus terug naar Vang Vieng, Vientiane (Laos)
Udon Thani, Chatturat, Saraburi, Ayutthaya, Bangkok, Kanchanaburi, Ratchaburi, Petchaburi,, Hua Hin, Chumphon, Chaiya (Thailand)
Jitra, Georgetown (op Pulau Penang), Taiping, Ipoh, Klang, Port Dickson, Melaka, Batu Pahat, Johor Bahru (Maleisië)
Singapore

Verdeling van de afstanden:
25 – 50 km 5%
50 – 75 km 27%
75 – 100 km 49%
100 – 125 km 19%

In de 85 etappedagen reden we 6867 km. Daarnaast maakten we op rustdagen tochtjes met een gezamenlijke lengte van 668 km. Alles bij elkaar fietsten we dus 7535 km.
Het etappegemiddelde waarmee we eindigden was 81 km/dag. De range was 26 tot 124 km. Er waren zestien etappes van meer van 100 km (19%). Van de etappedagen reden we er 42 links in Thailand, Maleisië en Singapore. Van het algemeen totaal fietsten we 3505 km links, dus 46%.
Twee maal hebben we de geplande route gewijzigd.
a. De tocht door de bergen van Hanoi naar Dien Bien Phu en voorts via Oudomxay naar Luang Prabang (Laos) was te zwaar. We besloten om de kust van Vietnam naar het zuiden te volgen en daarna af te buigen naar het noorden om zo via Cambodja en Thailand in Laos te komen en alsnog naar Luang Prabang te fietsen.
b. We kregen van verschillende personen de raad de zuidelijke provincies van Thailand te mijden vanwege moslimextremisme. Bovendien begon de tijd te nijpen. Met de trein haalden van Surat Thani (Phum Phin) naar Hat Yai haalden we zeker drie dagen in.
Boeking, reservering
Onze reis hadden we geboekt bij Asian Way of Life (Hoogland), kortweg Awol. Dit reisbureau dat zich richt op fietsen in Azië geeft handige routeboekjes uit die je “weg van de snelweg” brengen. Ze zijn gedetailleerd en betrouwbaar. Voordeel is dat je ook weet waar je kunt overnachten en dat je iets te weten komt over de kwaliteit en de prijs van de accommodatie. Onze lange route zorgde voor een aardige stapeltje boekjes in de fietstassen. Wat we niet meer nodig hadden gooiden we weg. We hebben van die boekjes betrekkelijk weinig gebruik gemaakt, omdat we grotendeels ons eigen plan hadden getrokken
Awol had voor ons hotel bij aankomst en de transfer er naar toe geregeld. Hotel in Singapore was ook geboekt, terwijl we daar zelf de transfer naar het vliegveld moesten regelen.
Bij vertrek op Schiphol werden we verrast door de extra kosten die Singapore Airlines in rekening brengt. Je hebt 30 kg vrij en voor elke kilo daarboven betaal je: € 48,13 !! Voor de terugreis zijn we onze bagage kritisch doorgelopen. Per persoon bleef er nog 8 kg extra over. Toch nog bijna 400 euro de man…

Overnachtingen
We logeerden in guesthouses en hotels. In grotere plaatsen en daar waar veel toeristen komen, is het vinden van een overnachtingsplaats geen probleem. In dunner bevolkte gebieden is het soms even zoeken. Overnachtingen zijn goedkoop, al nemen de prijzen gemiddeld wel toe naarmate je verder naar het zuiden gaat. Het komt geregeld voor dat je net als in China een “deposit” moet betalen, die je bij vertrek weer terug krijgt, nadat de kamer in orde is bevonden. De meeste kamers zijn uitgerust met airconditioning. Vaak kun je kiezen tussen “fan” of “airco”, de laatste is uiteraard wat duurder. In het bergland van Laos zijn de accomodaties eenvoudiger, soms primitief. Met de badkamers en/of toiletten is bijna altijd iets aan de hand: niet sluitende of klemmende deur, slechte of ontbrekende afvoer van de wastafel, een slecht werkende boiler, een ongelukkige plaatsing van het douchegerei, toiletpapier ontbreekt, enz. Wie voor nog geen tientje overnacht, hoeft dat niet te verbazen
De bedden zijn over het algemeen aan de kleine kant. Mijn slaapzak is me daarom goed en vaak van pas gekomen.
Hotels met ontbijt zijn eerder uitzondering dan regel. In steden met wat betere hotels is ontbijt standaard, maar het kan ook zijn dat er apart voor betaald moet worden.
In de regel krijgt je fiets een veilige plaats voor de nacht. De luxere hotels hebben bovendien bewaking. Vaak wordt er door hotelpersoneel aan de versnellingen gezeten, zodat je ’s morgens verrast wordt door een raar verzet.
Dagelijks moet je slepen met de tassen naar de hotelkamer. Niet elk hotel heeft een lift. Niet in elk hotel is de hulpvaardigheid even groot.

Gezondheid
Bijna alle reisgidsen voor landen in de tropen adviseren je hoe je de risico’s voor je gezondheid kunt vermijden. Ondanks de regels die je in acht neemt, is een dag diarree niet te vermijden. Heb je voor vertrek je vaccinaties geactualiseerd, dan loop je verder weinig risico. Betrouwbaar drinkwater is overal te krijgen. We hadden voor vertrek malariatabletten gekocht (duur!) een Deet-flesjes om knokkelkoorts (dengue) van het lijf te houden. Deet hebben we nauwelijks gebruikt. Met de malariatabletten zijn we op een zeker moment gestopt. Het hotel in Vang Vieng (Laos) was het enige waar in de kamer een klamboe hing. We fietsten in de droge tijd en in de bevolkte gebieden en op de hoofdwegen was geen mug te bekennen. Amerikaanse fietsers zeiden ons dat hun was aangeraden géén malariatabletten te slikken.
Na Saigon, toen we meer in noordelijke richtng gingen fietsen, stond de zon steeds vaker op onze rug en nek. Bescherming van hoofd en nek tegen zonnesteek was gewenst. Ik gebruikte een zakdoek om mijn nek te bedekken.
Vaak zagen we mensen met mondkapjes. In Cambodja waren stukken weg waarvan het stof zo erg was dat ik mijn grote rode boerenzakdoes voor mijn gezicht deed.

Veiligheid
In Thailand en Maleisië zijn de wegen redelijk tot goed. Dat geldt ook voor de bewegwijzering. In Singapore is de weggebruiker in luilekkerland. Goede plaveisels gestructureerd met belijningen, voorrangsregels, borden die de namen van de naderende hoofdstraten vermelden.
In Vietnam kom je in ADHD-land. In de steden bevolken brommers en kleine motoren de straten. Zij en het andere gemotoriseerde verkeer zorgen voor een aanhoudende kakafonie van getoeter. De brommers krioelen door elkaar heen. Waar een gaatje valt schiet een brommer erin. Op kruispunten geeft een elektronische teller de nog te wachten seconden aan. Nog voordat de laatste seconde is verstreken, komt de wachtende menigte knetterend in beweging. Voor de fietser de waarschuwing dat je als je nog enige seconden hebt voor het passeren van een kruispunt beter maar vast kunt stoppen. De Vietnamees die van rechts komt, drukt zich gewoon de weg op. Of jij als fietsertje maar even opzij wil gaan. Auto’s gedragen zich navenant. Het lijkt allemaal riskant, maar ga je eenmaal met de verkeersstroom mee dan valt het mee. Het verkeer is onrustig en nerveus, maar zeker niet agressief.
Bijkomend probleem in Vietnam was, dat de weg van Hanoi naar Ho Chi Min-stad/Saigon al enige jaren under construction is en ook voor de komende jaren. Over de gehele lengte (1600 km) moet je vaak van rijstrook wisselen en fiets je nu eens over steenslag en langs gaten dan weer op vers asfalt. De bewegwijzering en de afzettingen zijn minimaal en het verkeer rijdt vaak daar waar het de weggebruiker uit komt.
Op de route Hanoi – Saigon is veel busverkeer dat dagelijks heen en weer jakkert. De bussen minderen alleen vaart als dat noodzakelijk is, ook in de vele provincieplaatsen waar de hoofdweg door heen gaat. Voor de fietser zijn zij een risico.
In Cambodja en Laos is het verkeer minder druk en rustiger. Net als in Vietnam loopt er nogal eens wat vee over de weg en moet je om gaten in het wegdek heen rijden.
In Thailand, Maleisië en Singapore zijn de rijbanen gescheiden door middenbermen, wallen, greppels en andere bouwsels die het jou als fietser met bagage moeilijk of onmogelijk maken de weg over te steken. Je zult als je fout gereden bent gebruik moeten maken van de eerst volgende gelegenheid om een U-turn te maken. Dat geldt voor de steden in en buiten de bebouwde kom.
Tijdens de eerste helft van de tocht hebben we trouw elke dag de helm opgezet. Mijn helm heeft me eerder voor ernstig hoofdletsel behoed bij een val in China. De felle zon en de hitte deden me echter overgaan op een witte pet, waarvan de klep meer bescherming bood tegen de zon. Die pet maakte ik geregeld nat met mijn bidon. De helmbandjes werden vuil door zweet en irritant voor de huid.
Grenspassages
Voor vertrek hadden we op de Vietnamese ambassade in Den Haag een visum aangevraagd (na een paar uur af te halen). Geldigheidsduur drie maanden. Het visum vergemakkelijkte de binnenkomst in Hanoi.
In Saigon hebben we op de Cambodjaanse ambassade een visum aangevraagd (volgende dag afhalen). Geldigheidsduur drie maanden. Bij de grenspassage Moc Bai/Bavet is het aan de Vietnamese kant chaotisch. Het is wachten en dringen voor je je paspoort kunt laten afstempelen. Er zijn mannen die je paspoort uit je handen grissen (“politie!”) maar ze willen jou een ‘dienst’ bewijzen door zich door de menigte heen te wurmen naar het loket van de immigratie-ambtenaar om je daarna voor hun actie te laten betalen.
Om Thailand binnen te komen (Poipet/Aranya Prathet) hebben we lang in de rij moeten staan. We kregen slechts twee weken voor dat land. Dat was geen probleem. We hadden een week nodig om door te steken naar Vientane (Laos).
Om in Laos te komen moet je de ‘Vriendschapsbrug’over naar de andere kant van de Mekong. Dat lukt alleen als je de verboden voor fietsers negeert. De stempel van de Laotiaanse immigratie gaf ons een maand de tijd. Bovendien moet je ook een soort toegangskaartje voor het land kopen en ook een kaartje om er later weer uit te kunnen.
Weer op de terugweg vroegen we op het Thaise consulaat in Vientiane een visum aan (veel loketten, maar beperkte wachttijd). Geldigheidsduur drie maanden, maar aan de grens beperkt tot twee maanden.
De grenspassages naar Maleisië (Dan Nok/Bukit Kayu Hitam) en Singapore (Johor Bahru) verliepen vlot. Voor de laatste kun je voor het in- en uitchecken gebruik maken van speciale paden en controlecabines voor de bromfietsen. Dat laatste heeft als voordeel dat je niet telkens heen weer hoeft te lopen. Bij de andere grenzen is het iedere keer weer de vraag waar je de fiets kunt neerzetten. Heb je eenmaal het stempel dan moet je weer terug naar je fiets en dan willen grensautoriteiten weten wat je doet en controleren ze weer je paspoort.

Documentatie
Routeboekjes van Awol
Lonely Planet-gidsen.
Kaarten van Reise Know How (2013/2014). Schaal 1:1,2 miljoen.
Voor Singapore kaart gekocht in Johor Bahru (Maleisië).

Fiets
Koga Signature, gekocht in 2009. Banden Swallow Marathon. Reserve buitenband wel meegenomen, niet nodig gehad. Profiel van de (achter)band vertoonde na 7500 km weinig slijtage. Geen lekke band gehad. Simsondoos en reserve binnenbanden ongebruikt terug naar huis.
De ketting moest in de eerste twee weken vanwege het regenachtige weer geolied worden. Ook de stoffige wegen in Cambodja maakten oliën geregeld nodig.
In het bergland van Laos remblokjes verwisseld. Al in Vietnam nieuwe stuurlamp gekocht.
Voor gereedschap en ander materiaal zie www.fietsenmetjan.nl (Ciclista en Patagonia, slot)
Fietsdoos van mijn fietsenmaker voor transport in vliegtuig naar Hanoi. Voor de terugweg was een fietsenmaker in Singapore zo vriendelijk dozen ter beschikking te stellen. Omdat de doos kleiner was, moest de fiets grotendeels gedemonteerd worden.
Met deze fiets had ik in 2013 ook in China gefietst. Na terugkeer dit jaar moest veel vervangen worden: kettingbladen voor en achter, ketting, trappers, batterij achterlicht, spatbord voor, remblokjes, snelbinders (€ 406).

Andere fietsers onderweg
We hebben tijdens de fietsreis andere fietsers gezien, toegezwaaid en gesproken. In totaal 64. Ze kwamen uit Nederland, Duitsland, Chili, Australië, Japan, China, Frankrijk, Verenigde Staten, België, Zwitserland, Frankrijk, Thailand, Engeland, Polen, IJsland, Tsjechië.
Ontmoetingen met collega-fietsers behoren tot leukste ervaringen van de tocht. Je wisselt ervaringen uit en je bent op een prettige manier gelijkgestemd.
Enkele Nederlandse fietsers hadden boekjes van Awol uit Hoogland. Een paar fietsers waren al maanden onderweg en maakten de grote route van Europa door Centraal-Azië. Eén Nederlander was op weg naar Australië.
Slotopmerkingen
Fietsen in Bangkok is geen pretje. Ook al leer je snel tussen de rijen auto’s door te laveren en kruispunten te passeren, je moet voortdurend op je hoede zijn. Er is gelukkig een aardig alternatief om Bangkok ook anders te leren kennen: Co van Kessel. We zijn een hele dag met dit kleine reisbureau op pad geweest en we hebben vele fietsers aangeraden het zelfde te doen.
(Zie internet).
Dankzij de routeboekjes van Awol hebben we enkele keren stille binnenwegen gefietst, vooral langs de oostkust in Thailand. Op de hoofdwegen hebben we veel verkeer om ons heen gehad. Landschappelijk viel de tocht mij wat tegen. Veel landbouw gebieden in Thailand, eindeloze oliepalmplantages in Maleisië. De tocht langs de kust van Vietnam was wisselend van schoonheid. De jungle bij en rond de tempels van Angkor Vat was interessant, maar op de doortocht door Cambodja reden we op lange rechte stukken door verdord land. Als vuistregel kun je zeggen: zodra er bergen komen neemt de schoonheid weer toe.
Dat er niettemin veel te zien en te beleven is zeker: de recente geschiedenis van Vietnam (My Lai, Cu Chi), de Nederlandse geschiedenis (de factorij van de VOC in Ayutthaya, Melaka), de oude keizersstad van Hué, de ponten over de Mekong, het ereveld nabij de Birmese grens, de Bridge on the River Kwai, de vele tempels en moskeeën en vele andere zaken.

5 mei 2015

Tags:

Nog geen commentaren »

Nog geen commentaren.

RSS feed voor commentaren op dit bericht. TrackBack URL

Geef commentaar

Je moet aangelogd zijn om commentaar te plaatsen.